Deze set minimumnormen hoort bij de NHG-Richtlijn Infectiepreventie in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk (versie 2017).

  • Praktijkmedewerkers passen handhygiëne toe conform de richtlijn Infectiepreventie in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk.
    • Draag geen sieraden/accessoires aan handen en onderarmen zoals ringen, polshorloges, armbanden en braces tijdens het verrichten van ingrepen waarbij huid of slijmvliezen worden doorbroken of tijdens verloskundige handelingen. Draag tijdens overige werkzaamheden hooguit een polshorloge als dit nodig is voor diagnostische doeleinden.
    • Draag in elk geval schone (werk)kleding met korte mouwen tijdens het verrichten van ingrepen waarbij huid of slijmvliezen worden doorbroken en tijdens verloskundige handelingen.
  • Praktijkmedewerkers beschikken bij patiëntgebonden werkzaamheden binnen én buiten de praktijk over handalcohol.
  • In de praktijk zijn de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig:
    • steriele en niet-steriele handschoenen;
    • chirurgisch mondneusmasker;
    • oogbescherming zoals een beschermende bril;
    • beschermende kleding zoals een disposable, niet vochtdoorlatend halterschort.
  • Kritisch instrumentarium én specula worden gesteriliseerd na gebruik.
  • De praktijk beschikt over een autoclaaf die voldoet aan de daarvoor geldende kwaliteitseisen voor infectiepreventie zoals geformuleerd in deze richtlijn, of laat sterilisatie van medisch instrumentarium door een erkend professional buiten de voorziening uitvoeren.
  • Praktijkmedewerkers die patiëntgebonden werkzaamheden verrichten, beschikken over een naaldencontainer (zowel op de praktijk als in de visitetas).
  • Praktijkmedewerkers die patiëntgebonden werkzaamheden verrichten, zijn gevaccineerd tegen hepatitis B en hun vaccinatiestatus is bekend – tenzij een medewerker vaccinatie tegen hepatitis B, om welke reden dan ook, weigert. De praktijk houdt zich aan de regels voor non-responders en weigeraars zoals beschreven in de relevante richtlijnen.
  • Alle ‘medische hulpmiddelen’ voldoen aan de daarvoor geldende kwaliteitseisen met betrekking tot infectiepreventie, zoals de NEN-normen, geformuleerd in deze richtlijn.
  • Bij invasieve ingrepen wordt er minimaal schoon gewerkt. Schoon werken betekent minimaal: desinfectie van de huid, het gebruik van steriel instrumentarium, het gebruik van schone niet-steriele handschoenen en het volgen van een standaard procedure waarbij de ingreep niet wordt onderbroken.

Definitie praktijkmedewerkers: (huis)artsen, verloskundigen, ondersteunend personeel en eventuele stagiaires in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk, die patiëntgebonden werkzaamheden verrichten.