Belangrijkste punten

  • B2 meldingsplicht is uitgebreid naar alle vormen van invasieve GAS infecties.
  • Bij alle huishoudcontacten van een iGAS patient is antibioticaprofylaxe geïndiceerd; dit verloopt in principe via GGD.
  • Bij nauwe contacten van een iGAS patiënt is alertheid geboden bij klachten die kunnen passen bij GAS-infectie, zodat laagdrempelig antibiotische behandeling gestart kan worden.

In de praktijk zal het melden van iGAS door de medisch specialist gedaan worden, gezien de ernst van het ziektebeeld in combinatie met het aantonen van de ziekteverwekker.

Huisartsen zullen soms betrokken zijn bij het voorschrijven van antibiotica aan huishoudcontacten van een iGAS-patiënt (na contact met de GGD) of aan nauwe contacten met klachten passend bij een streptokokkeninfectie.

Lees ook het eerdere nieuwsbericht: Aanhoudend verhoogde incidentie invasieve infecties groep A streptokokken | NHG

Meldingscriteria

De meldingscriteria betreffen een persoon met een of meer van de volgende kenmerken: 

-Symptomen van een invasieve groep A-streptokokkeninfectie, waaronder (maar niet beperkt tot) STSS (streptococcal toxic shock syndrome), necrotiserende weke delen-infectie (NWDI) zoals fasciitis necroticans, sepsis, pneumonie, (pleura-)empyeem, meningitis en artritis, in combinatie met:  

  • aantonen van Streptococcus pyogenes in materiaal afkomstig van een normaal steriele plaats; of 
  • aantonen van Streptococcus pyogenes in materiaal afkomstig uit een normaal niet-steriele plaats in combinatie met het ontbreken van een ander micro-organisme dat het klinisch beeld kan verklaren. 

-Koorts binnen 3 weken post partum (puerperale koorts), in combinatie met het aantonen van Streptococcus pyogenes in materiaal afkomstig van een normaal steriele plaats of uit de tractus urogenitalis (ongewijzigd). 

Bron: LCI richtlijn: Groep A-streptokokkeninfectie | LCI richtlijnen (rivm.nl) 

Antibioticaprofylaxe bij contacten van een iGAS-patiënt 

Hoewel (secundaire) iGAS-infecties relatief zeldzaam zijn, hebben huishoudcontacten van een iGAS-patiënt een sterk verhoogde kans om zelf ook een iGAS-infectie te ontwikkelen (vergeleken bij de achtergrondincidentie).  

Om die reden komen de volgende contacten van een iGAS-patiënt in aanmerking voor antibioticaprofylaxe en/of informatie en advies: 

  • Alle huishoudcontacten of daarmee vergelijkbare contacten krijgen zo snel mogelijk antibioticaprofylaxe aangeboden. 
  • Alle nauwe contacten, alsmede huishoudcontacten, worden geïnformeerd en geadviseerd om bij klachten die kunnen passen bij een GAS-infectie snel medische hulp te zoeken, zodat laagdrempelig antibiotische (vroeg)behandeling ingezet kan worden. 

Dit aanvullend beleid is bedoeld om secundaire gevallen te voorkomen. Snel handelen is hierbij belangrijk. De tijdsperiode tussen het ontstaan van een 2e iGAS-infectie in de omgeving van de patiënt kan namelijk kort zijn.  

Contactonderzoek 

Het contactonderzoek wordt gecoördineerd door de GGD. In de praktijk wordt antibioticaprofylaxe voor huishoudcontacten door de GGD voorgeschreven en soms wordt dit al door de behandelaar van de iGAS-patiënt in de tweede lijn gestart.  

Indien de GGD een huisarts verzoekt om antibioticaprofylaxe voor te schrijven aan contacten van een iGAS-patiënt, dan informeren zij de huisarts over de indicatie en welk antibioticum de voorkeur heeft.   

Middelen antibioticaprofylaxe

  • De eerste keus voor antibioticaprofylaxe is azitromycine 1dd 500 mg gedurende 3 dagen (dosis voor kinderen, zie Kinderformularium). Alternatieven zijn een combinatie van penicilline V of feneticilline gedurende 10 dagen gecombineerd met rifampicine gedurende de eerste 4 dagen of clindamycine gedurende 10 dagen. Resistentie tegen azitromycine en/of clindamycine komt voor, voor alternatieven, zie paragraaf Profylaxe & Behandeling van de LCI-richtlijn Groep A-streptokokkeninfectie

Bron: RIVM 

Meer informatie