Redenen voor deze aanpassing

Coeliakie is een auto-immuunziekte die uitgelokt wordt door inname van glutenbevattende voedingsmiddelen. Overgevoeligheid voor gluten of tarwe wordt ook gezien bij andere aandoeningen, zoals bij tarwe-allergie en bij (non-coeliakie) glutensensitiviteit (NCGS). Momenteel vindt er medicatiebewaking plaats op de aandoening coeliakie. Tarwezetmeel wordt gebruikt in geneesmiddelen als vulstof; de totale hoeveelheid gluten is zeer klein. 
 
Vanwege hetzelfde dieetadvies voor tarwe-allergie en glutensensitiviteit, kan deze medicatiebewaking bij glutensensitiviteit ook relevant zijn. Daarom is er besloten de medicatiebewaking te laten plaatsvinden op de ongewenste groep Gluten-tarwezetmeel+zetmeel-soort-onbekend en niet meer op de contra-indicatie Coeliakie (deze aanpassing is niet van toepassing op Medicom-gebruikers).

Wat betekent dit in de praktijk? 

Vanaf 1 februari 2024 kan de contra-indicatie Coeliakie niet meer worden gebruikt voor medicatiebewaking. Voor je patiënten is het belangrijk dat je de contra-indicatie Coeliakie omzet naar een overgevoeligheid voor Gluten-tarwezetmeel. 
 
Je HIS-leverancier helpt hierbij door een lijst aan te leveren van patiënten met een contra-indicatie Coeliakie. Tevens zal je HIS-leverancier instructie geven hoe je de contra-indicatie afsluit en een overgevoeligheid vastlegt.

Vastleggen van een overgevoeligheid  

Het NHG ondersteunt jou bij het vastleggen van de overgevoeligheid Gluten-tarwezetmeel door middel van de nieuwe NHG-Tabel 74 ICPC en ongewenste groep. 
 
Zodra je HIS-leverancier deze tabel in gebruik neemt, wordt het mogelijk om na invoer van de ICPC-code D99 of D99.06 direct de overgevoeligheid voor Gluten-tarwezetmeel vast te leggen. 

Meer weten? 

Heb je vragen over NHG-tabellen en informatisering huisartsenzorg? Heleen van Boetzelaer, Programmamanager Informatisering Huisartsenzorg, staat je graag te woord. Mail hiervoor naar  contactcentrum@nhg.org.