Inleiding
In de huisartsenzorg is nog weinig ervaring opgedaan met AI en wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van AI-toepassingen is beperkt. Toch biedt AI veelbelovende kansen, bijvoorbeeld bij triage- en consultvoorbereiding en spraakgestuurd rapporteren. Inzetten van AI gaat ook om aanpassingen in de organisatie en de werkwijze. In de huisartsenzorg streven we naar een evenwicht tussen digitale en fysieke zorg, waarbij we de menselijke en de ethische kant van de zorg nooit uit het oog mogen verliezen.
Het streven naar passende zorg en het garanderen van persoonlijke continuïteit staan centraal in zowel de Visie eerstelijnszorg 2030 als de Visie Huisartsenzorg 2035. Om dit te bereiken, moet digitale zorg over tien jaar een vanzelfsprekend onderdeel zijn van de huisartsenzorg. AI speelt daarin een ondersteunende en steeds belangrijkere rol.
Er zijn veel uitdagingen in de huisartsenzorg. De zorg wordt complexer en de zorgvraag neemt toe, onder andere doordat het aantal patiënten met chronische aandoeningen en het aantal thuiswonende ouderen toenemen en er een tekort is aan ondersteunend personeel. Huisartsen willen maatwerk bieden en hun vak met plezier blijven uitoefenen. Patiënten willen meer eigen regie. Voor AI liggen daar de kansen om bij te dragen aan het behoud van kwalitatief hoogwaardige huisartsenzorg. Om AI succesvol toe te passen, is gerichte interactie nodig tussen huisarts en AI: technologie biedt data en inzichten om de huisarts te ondersteunen, en de huisarts heeft diens (contextuele) kennis, ervaring, empathie, redenerend vermogen en ethisch inzicht.
Dit document gaat in op wat we verstaan onder AI, de kansen die AI biedt voor de Nederlandse huisartsenzorg, wet- en regelgeving, ethische overwegingen en risico’s. Ook de noodzaak van onderzoek wordt kort toegelicht. Dit document is bedoeld voor zowel collega’s binnen het NHG als voor NHG-leden.
Waar de term ‘huisarts’ staat, bedoelen we het hele huisartsenteam: de huisarts(en) en andere medewerkers, zoals praktijkmanagers, spreekuur- en praktijkondersteuners, doktersassistenten en triagisten.
Dit is een levend en lerend document dat wordt aangevuld op basis van nieuwe inzichten, praktijkervaringen en wetenschappelijk onderzoek. Updates zullen op de NHG-website worden geplaatst, met de wijzigingen ten aanzien van de vorige versie. Het NHG werkt daarnaast aan aanbevelingen en een overzicht van handvatten om huisartsen te ondersteunen bij de toepassing van AI in de praktijk.
AI uitgelegd
AI is een vakgebied binnen de informatica dat zich bezighoudt met het ontwikkelen van systemen die intelligent gedrag vertonen. Deze systemen zijn in staat om informatie te verwerken, te leren van data en zelfstandig beslissingen te nemen. Denk in de huisartsenzorg onder meer aan ondersteuning bij hulpvraagverheldering, triage, diagnostiek, risicovoorspelling, therapie, voorlichting en verslaglegging.
De Europese Commissie hanteert de volgende definitie van AI:
High-Level Expert Group on Artificial Intelligence: ‘Systemen die intelligent gedrag vertonen door hun omgeving te analyseren en – in zekere mate zelfstandig – actie te ondernemen om specifieke doelstellingen te verwezenlijken.’
Ofwel: menselijke intelligentie wordt nagebootst doordat computers, op basis van algoritmes, zelfstandig taken kunnen uitvoeren.
De ontwikkeling van AI
Sinds de introductie van de term AI in 1956 is de technologie enorm vooruitgegaan. Aanvankelijk werden eenvoudige algoritmes gebruikt, een reeks regels en instructies. In de jaren 80 ontstond Machine Learning, waarmee systemen konden leren van data. Rond 2000 volgde Deep Learning, gebaseerd op neurale netwerken, waarmee het mogelijk werd om complexe patronen te herkennen. Vanaf 2020 werd Generatieve AI bekend bij een breed publiek, een vorm van AI die zelf nieuwe inhoud kan genereren, zoals tekst, afbeeldingen, audio en video.
Vroegere AI-systemen zijn beperkt tot vooraf gedefinieerde kennis (kennis-gedreven AI). Met de opkomst van Machine Learning (ML) is AI aanzienlijk geavanceerder geworden. Bij ML worden modellen niet meer expliciet geprogrammeerd, maar leren zij zelf patronen herkennen in data (data-gedreven AI). Denk aan systemen die leren welke symptomen vaak samengaan met bepaalde aandoeningen, of die risicoprofielen opstellen voor ziekenhuisopname. ML wordt onder meer toegepast in Natural Language Processing (NLP), waarbij medische tekst zoals consultverslagen of triagevragen, automatisch geanalyseerd wordt om belangrijke informatie of hulpvragen te achterhalen. Dit is bijvoorbeeld de technologie achter slimme symptoomcheckers.
Een belangrijke subcategorie van ML is Deep Learning (DL). DL gebruikt diepe neurale netwerken: wiskundige modellen die meerdere lagen gebruiken om complexe structuren in data te herkennen. DL is bij uitstek geschikt voor het analyseren van grote en diverse datasets, zoals medische beelden of spraak. Voorbeelden van DL zijn systemen die huidafwijkingen beoordelen op mogelijke maligniteit, of modellen die spraak omzetten naar tekst in het patiëntendossier. Door de toegenomen rekenkracht en beschikbaarheid van data is DL de motor achter veel recente innovaties.
De meest recente ontwikkeling binnen AI is generatieve AI. Deze systemen zijn niet alleen in staat bestaande informatie te analyseren, maar kunnen ook zelfstandig nieuwe content genereren: teksten, beelden of zelfs audio. De onderliggende technologie bestaat uit grote taalmodellen (Large Language Models, LLM’s), gebaseerd op Deep Learning. Deze modellen zijn getraind op enorme hoeveelheden tekst en begrijpen menselijke taal op contextueel niveau. Binnen de zorg kunnen we deze systemen inzetten voor het samenvatten van consulten, opstellen van brieven of het beantwoorden van medische vragen via chatbots.
AI heeft zich daarmee ontwikkeld van statische regelsets tot zelflerende systemen. Voor huisartsen biedt dit nieuwe kansen op het gebied van besluitvorming, efficiëntie en patiëntveiligheid. Tegelijkertijd vraagt het om inzicht in de werking en beperkingen van deze technologieën, zodat ze verantwoord en doelgericht kunnen worden ingezet in de praktijk.

Kansen van AI
Verschillende processen in de huisartsenpraktijk lenen zich goed voor AI-ondersteuning. Uit een NHG-Ledenraadpleging bleek dat huisartsen vooral op administratieve en financiële processen een positieve impact verwachten van AI, evenals op het stimuleren van zelfzorg bij patiënten. AI biedt in elke fase van het zorgproces kansen voor de huisartsenzorg.
Hieronder volgen voorbeelden van (toekomstige) toepassingen van AI op het gebied van toegankelijkheid, diagnostiek, beleid, samenwerking en verwijzing, ondersteuning en strategie. Er bestaan grote verschillen in de mate waarin AI wordt gebruikt in de diverse toepassingen. Ze hebben de potentie om de huisarts te ondersteunen, maar van de meesten is op dit moment beperkt wetenschappelijk bewijs beschikbaar.
Contactvoorbereiding
Het contact van de patiënt met de praktijk kan plaatsvinden via een chatbot of virtuele assistent op de website van de praktijk of in een app. Deze toepassingen zijn 24/7 beschikbaar. Ze kunnen informatie verzamelen, afspraken maken, eenvoudige vragen beantwoorden en administratieve ondersteuning bieden door klachten te noteren in het patiëntendossier. Een dergelijke toepassing kan de huisarts ondersteunen en het werkplezier vergroten. In de toekomst komen waarschijnlijk meer interactieve opties beschikbaar, bijvoorbeeld in de vorm van een avatar, ofwel een mensachtig AI-figuur op het scherm, die beweegt en reageert.
Triage- en consultvoorbereiding
AI kan processen zoals digitale triage- en consultvoorbereiding ondersteunen. Digitale triagevoorbereiding houdt in dat een patiënt, op advies van de huisarts, gebruik maakt van een digitale toepassing die informatie verzamelt over urgentiecriteria, als voorbereiding op de (professionele) triage door de praktijk. Onder digitale consultvoorbereiding verstaan we het proces waar de patiënt, op advies van de huisarts, een digitale toepassing gebruikt die informatie verzamelt ter verheldering van de hulpvraag, klachten en/of metingen. Het kan bijvoorbeeld gaan om glucosewaarden, bloeddrukmetingen of vragenlijsten. Deze voorbereiding kan de huisarts gebruiken tijdens het consult. Er wordt op dit moment ervaring opgedaan met verschillende AI-toepassingen die zich richten op triage- en consultvoorbereiding.
AI kan in potentie de huisarts helpen bij het stellen van een (differentiaal)diagnose, door de informatie in het dossier te interpreteren, analyseren en samen te voegen of door interpretatie van beelddata. Uitgangspunt is dat de huisarts de diagnose stelt, AI kan hierin ondersteunen. AI kan ook worden gebruikt om te zoeken binnen richtlijnen, labuitslagen te interpreteren en een waarschuwing te geven bij een uitslag die afwijkend is en/of urgentie behoeft.
Behandeling
AI kan mogelijk gaan bijdragen aan meer gepersonaliseerde behandelplannen door het analyseren van grote hoeveelheden data, inclusief voorgeschiedenis, contra-indicaties, allergieën en intoleranties, meetwaarden, medicatie en leefstijlfactoren. Hierdoor kunnen behandelingen in de toekomst nog beter worden afgestemd op de individuele behoeften van de patiënt.
Begeleiding en controle
Bij het inzetten van AI in telemonitoring wordt de gezondheidssituatie van een patiënt op afstand gevolgd, waarbij uitslagen van zelfmetingen en/of antwoorden op vragenlijsten worden gedeeld met de zorgverlener, volgens afgesproken doelen en beleid. Dit kan zorgen voor vroegtijdige signalering van gezondheidsproblemen, waarmee (ernstige) ziekte of opnames voorkomen kunnen worden. Telemonitoring levert naar verwachting inzicht en regie op voor patiënten. Er zijn hierdoor mogelijk minder bezoeken aan de huisarts nodig en het inzicht in de eigen gezondheidssituatie kan zorgen voor een veilig gevoel.
AI-systemen kunnen hulp bieden bij samenwerking met en verwijzing naar andere zorgverleners, zoals medisch specialisten, thuiszorgmedewerkers en fysiotherapeuten. Een verwijsbrief kan gegenereerd worden op basis van het dossier, waarin uitslagen van reeds uitgevoerde onderzoeken zijn opgenomen. Sommige toepassingen, die in meer of mindere mate gebruikmaken van AI, vergemakkelijken consultatie met specialisten. Wanneer een overleg plaatsvindt tussen verschillende zorgverleners, kan AI ingezet worden voor de analyse van gedeelde zorgdata, het samenvatten van het gesprek en de gemaakte afspraken.
Communicatie
AI-toepassingen die tekst vertalen voor algemeen gebruik zijn reeds ingeburgerd. Tegenwoordig ondersteunen AI-toepassingen ook de meertalige communicatie in de praktijk.
Verslaglegging
Er zijn veelbelovende systemen op het gebied van verslaglegging, zoals spraakgestuurd rapporteren. Deze AI-toepassingen kunnen opgenomen gesprekken tussen huisarts en patiënt omzetten naar geschreven tekst, samenvatten en verwerken in de structuur van het HIS. Dit kan de administratieve last verminderen, het contact met de patiënt verbeteren en zorgen voor meer werkplezier.
Oproep- en waarschuwingssysteem risicovolle patiënten
AI kan in potentie helpen bij het identificeren van patiënten met een verhoogd risico op bepaalde aandoeningen om zo preventieve zorg te verbeteren. Ook is het met AI mogelijk om te achterhalen of patiënten die behandeld worden voldoende gecontroleerd worden, om de zorg veilig te houden. Een AI-systeem kijkt verder dan een consult en voegt data samen over voorgeschiedenis, labuitslagen en symptomen. Het kan de huisarts helpen om extra alert te zijn.
Administratie en financiën
Ook bij de financiële registratie kan AI steun bieden. Consulten kunnen aan de juiste declaratie worden gekoppeld en er kunnen dashboards worden gegenereerd om inzicht te krijgen in trends in de praktijk.
AI kan risicoprofielen opstellen, om op basis daarvan patiënten te attenderen op het belang van een gezonde leefstijl. Ook kan een praktijk anticiperen op de toekomstige zorgbehoefte van de praktijkpopulatie. Het kan bijvoorbeeld voorspellen welke patiënten meer zorg nodig gaan hebben als gevolg van vergrijzing of een bepaalde chronische aandoening. Er kunnen dashboards gegenereerd worden, zodat inzichtelijk wordt waar de zorg het beste ingezet kan worden.
Wet- en regelgeving
Als AI onderdeel uitmaakt van de zorgverlening, dan is dezelfde wet- en regelgeving van toepassing als bij fysieke zorg. Dit geldt voor de Nederlandse wet- en regelgeving, met de daarin genoemde professionele standaard, en voor de Europese wet- en regelgeving. Deze wet- en regelgeving heeft betrekking op thema’s zoals kwaliteit, patiëntveiligheid, informatiebeveiliging en privacy (AVG, NEN 7510 / 7512 / 7513) en patiënten-/cliëntenrechten.
Onderstaand is de relevante wet- en regelgeving kort samengevat en toegelicht. AI-systemen kunnen veilig worden ingezet als aan wetgeving wordt voldaan, en processen in de praktijk worden vastgelegd en gevolgd.
Wet op de geneeskundige behandelings-overeenkomst (WGBO) 1995 | De WGBO gaat over de relatie tussen patiënt en zorgverlener, en beschrijft onder andere de rechten en plichten van beiden. Een belangrijke plicht van de zorgverlener is het beroepsgeheim. Het is van belang om geen persoonlijke of medische informatie te delen van een patiënt met bijvoorbeeld een externe AI-toepassing, omdat die mogelijk herleidbaar is en kan worden gebruikt om het model mee te trainen. Als AI wordt ingezet, is het belangrijk dat de zorgverlener dit kenbaar maakt aan de patiënt. |
Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) 1997 | De Wet BIG beschrijft wat een zorgverlener wel en niet mag doen, en is bedoeld om de kwaliteit van zorg te bevorderen. Als een zorgverlener AI inzet ter ondersteuning, dan blijft de zorgverlener eindverantwoordelijk voor het gekozen beleid. |
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) 2016 | Deze wet verplicht zorgverleners om veilige en transparante zorg te leveren. Bij inzet van AI blijft de zorgverlener verantwoordelijk voor een zorgvuldige toepassing; technologie moet voldoen aan professionele standaarden en toetsbaar zijn voor toezichthouders, en informatie moet begrijpelijk zijn voor de patiënt. Eén van de doelen van de Wkkgz is de vertrouwensrelatie tussen behandelaar en patiënt te bewaren of te herstellen. |
Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) 2023 | De Wegiz gaat over veilige gegevensuitwisseling. Zorgverleners zijn wettelijk verplicht om patiëntgegevens elektronisch uit te wisselen, waardoor de informatie snel beschikbaar is en het risico op fouten kleiner is. Deze wet verplicht tot een gestandaardiseerde, veilige vorm van gegevensuitwisseling, ook bij het gebruik van AI-systemen in de zorg. |
Algemene Verordening Gegevensbescherming/ General Data Protection Regulation (AVG/GDPR) 2018 | De AVG bevat regels voor het verwerken van persoonsgegevens. Ook als dit verwerken gebeurt met ondersteuning van een algoritme of AI, moet men voldoen aan deze wet, zodat de privacy gewaarborgd blijft. Dit betekent dat gegevens beveiligd moeten zijn met passende maatregelen, zoals vastgelegd door de Autoriteit Persoonsgegevens. Binnen de zorgsector worden specifieke NEN-normen gehanteerd, met name NEN 7510. |
Medische Hulpmiddelen Verordening (Medical Device Regulation, MDR) 2021 | Als een AI-systeem wordt gezien als een medisch hulpmiddel, dan moet dit systeem voldoen aan de eisen van de MDR. Deze regelgeving legt vast aan welke voorwaarden de fabrikant moet voldoen om het systeem veilig en verantwoord toe te passen. Dit geeft overigens geen garantie voor een foutloze werking. Met de komst van de Europese AI-verordening is er een specifieke conformiteitsbeoordelingsprocedure van kracht voor AI-systemen, los van het bestaande CE-markeringssysteem voor medische hulpmiddelen. |
Databeheersverordening (Data Governance Act, DGA) 2023 | De DGA bevat regels om data veilig te kunnen delen. Het gaat om regels over toegang, neutraliteit en betrouwbaarheid van data. Deze wet legt een basis voor verantwoord delen van data en ondersteunt betrouwbaar en transparant gebruik van AI in de huisartsenzorg. |
Europese AI-verordening (AI-Act) 2024, wordt gefaseerd van toepassing | De Europese AI-verordening is de eerste uitgebreide wet over AI voor de Europese Unie. Hierin staan de regels voor het verantwoord ontwikkelen en gebruiken van AI, zodat gebruikers erop kunnen vertrouwen dat AI-systemen veilig werken en hun grondrechten niet aantasten. De verordening geldt voor zowel organisaties die AI aanbieden, als organisaties die AI gebruiken. De wet treedt stapsgewijs in werking. De eerste regels gelden sinds begin 2025, in augustus 2027 zal de hele wet gelden. |
Verordening betreffende de Europese ruimte voor gezondheidsgegevens (European Health Data Space, EHDS) 2025 | De EHDS beoogt betere zorg door betere databeschikbaarheid, ingedeeld in 3 grote pijlers: het gebruik van data voor de gezondheidszorg, het reguleren van de markt van EPD-systemen en het gebruik van data voor onderzoek en innovatie. |
AI-geletterdheid
De Europese AI-verordening (AI-Act) verplicht organisaties die AI-systemen ontwikkelen of gebruiken om ervoor te zorgen dat hun werknemers AI-geletterd zijn. Dit betekent dat het personeel voldoende kennis, begrip en vaardigheden moet hebben om een AI-systeem op een verantwoorde manier in te kunnen zetten, en waar nodig af te wijken van de AI-aanbevelingen. Het gaat hierbij naast kennis over de technische werking van het systeem ook om de praktische en ethische aspecten. Immers: als AI wordt gebruikt bij bijvoorbeeld beslisondersteuning, kan dit grote impact hebben op een patiënt.
Ethiek
Het gebruik van AI roept ethische vragen op. Hieronder lichten we een aantal kwesties toe die relevant zijn voor ethisch verantwoord gebruik van AI.
AI-systemen worden ontwikkeld door mensen, binnen hun sociale context met hun eigen vooroordelen, en vaak met behulp van generieke informatie van het internet. Op die manier zijn veel AI-systemen ontwikkeld met data die niet representatief zijn voor de algemene bevolking. Bijvoorbeeld met data over jonge, witte mannen, of plaatjes van een stereotypisch beeld van een zorgverlener. Als een dergelijk AI-systeem breed wordt toegepast kan dit discriminerende uitkomsten opleveren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een AI-systeem voor beslisondersteuning dat minder snel hartproblemen herkent bij vrouwen, omdat de trainingsdata vooral gebaseerd zijn op mannen. Het is belangrijk dat de (trainings-)data van een AI-systeem voldoende divers, consistent en actueel zijn.
Omdat niet alle patiënten (voldoende) toegang hebben tot AI-ondersteunde zorg, kan dit tot grotere zorgongelijkheid leiden. Dit geldt bijvoorbeeld voor ouderen, mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden of een lagere sociaaleconomische positie.
Als systemen niet goed samenwerken, kunnen sommige patiënten niet profiteren van AI-ondersteunde gezondheidszorg. De benodigde infrastructuur voor het gebruik van AI in de zorg is nog onvoldoende. Denk aan gegevenskwaliteit en toegankelijkheid, alsook samenwerking tussen systemen (interoperabiliteit). Grote organisaties met een goede digitale infrastructuur en toegang tot data, kunnen over het algemeen beter aan de slag met AI dan kleinere organisaties, waaronder de kleinere huisartsenpraktijken.
Veel landen hebben moeite om de noodzakelijke regels en infrastructuur voor een effectief gebruik van AI bij te houden. Er is een (toenemende) afhankelijkheid van grote, vaak buitenlandse tech-bedrijven die de AI-technologieën leveren. Ook geopolitieke ontwikkelingen hebben invloed op innovatie.
Huisartsen werken met gevoelige en persoonlijke informatie. Het gebruik van AI vraagt vaak toegang tot grote hoeveelheden data, die (voor een deel) onder het beroepsgeheim kunnen vallen. Zorgvuldig omgaan met die gegevens is naast een morele ook een juridische plicht. AI-toepassingen zijn vaak ontwikkeld door externe bedrijven en draaien op hun eigen servers. In deze systemen is het delen van persoonlijke medische gegevens niet gewenst en zullen gegevens geanonimiseerd moeten zijn.
Bij onvoorzichtigheid kunnen data onbedoeld gedeeld worden buiten het dossier of zelfs buiten de Europese Unie. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een huisarts een medische vraag voorlegt aan een externe AI-toepassing die buiten de eigen praktijkomgeving functioneert, zoals een chatbot of app, en daarbij (te) veel persoonsgegevens invoert, zoals het klachtenpatroon en een locatie. Deze data kunnen herleidbaar zijn en bovendien buiten de EU worden verwerkt. Dit is bijvoorbeeld ook het geval bij sommige spraakherkenningssystemen, waarbij het systeem data tijdelijk opslaat op servers buiten de EU. Daar gelden vaak andere en/of minder strenge regels, waardoor de privacy van patiënten minder goed beschermd kan zijn.
Trainen van AI-modellen kost veel tijd en geld. Productie van computers en ICT-netwerken vraagt om zeldzame grondstoffen en levert elektronisch afval op (e-waste: alle elektrische apparaten die worden weggegooid). Grote datacenters gebruiken veel elektriciteit. Vooral in de trainingsfase vragen AI-toepassingen een enorme rekenkracht, wat tot een hoog energieverbruik en uitstoot van broeikasgassen leidt. Voor de elektriciteitscentrales en voor het afvoeren van de hitte van de servers zijn grote hoeveelheden koelwater (zoals drinkwater) nodig. Dit kan bijdragen aan waterschaarste, zeker in regio’s waar water al schaars is.
Risico’s
Het gebruik van AI in de huisartsenpraktijk biedt kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. Leden hebben zorgen geuit over de betrouwbaarheid van AI, en de privacy en informatieveiligheid (zie hoofdstuk Ethiek), blijkt uit een recente NHG-Ledenraadpleging. Als grootste belemmering voor het toepassen van AI in de praktijk is een gebrek aan kennis en vaardigheden genoemd. In dit hoofdstuk lichten we een aantal risico’s toe.
AI-systemen dienen op een juiste en transparante manier ontwikkeld te worden, zodat een toepassing veilig, betrouwbaar, ethisch verantwoord en bruikbaar is in de praktijk. Validatie van AI-systemen gebeurt door deze te trainen en te testen met data die transparant en van hoge kwaliteit zijn, toepasbaar op de Nederlandse huisartsenzorg en toetsbaar aan de professionele standaard. Veel algoritmes, met name Deep Learning-modellen, zijn moeilijk te doorgronden en het is vaak onduidelijk wat de oorsprong is van de gebruikte trainingsdata. Dit is de zogenoemde black box: je stopt data in een systeem en er komt een voorspelling uit, maar het is niet duidelijk wat er binnenin gebeurt.
De huisarts is verantwoordelijk voor het beleid, ook wanneer AI wordt ingezet. Als een patiënt schade ondervindt door gebruik van AI door de huisarts, kan de huisarts aansprakelijk zijn. Dit kan het geval zijn wanneer een AI-toepassing niet op de juiste manier gebruikt is door de zorgverlener of wanneer een toepassing gebruikt is waarvan de huisarts had kunnen weten dat deze onveilig of ongeschikt was voor de desbetreffende patiëntenpopulatie. Daarnaast kan aansprakelijkheid ontstaan als patiënten onvoldoende zijn geïnformeerd over situaties waarin een toepassing niet geschikt is om te gebruiken. Hoewel de leverancier verantwoordelijk is voor de algemene kwaliteit van een AI-toepassing, blijft het de taak van de huisarts om een zorgvuldige afweging te maken over het gebruik van AI in de praktijk. Aansprakelijkheidsrisico’s zijn daarmee te beperken, maar niet volledig uit te sluiten.
AI kan verkeerde informatie geven. Het gebruik van een AI-chatbot kan leiden tot onjuiste, misleidende of volledig verzonnen informatie. Dit wordt hallucineren genoemd en is nooit helemaal uit te sluiten. Het opstellen van een weloverwogen en zoveel mogelijk concreet uitgewerkte prompt verkleint dit risico. Een prompt is de instructie aan AI, in de vorm van geschreven of (in)gesproken tekst. Het principe van ‘garbage in, garbage out’ is belangrijk. Het geeft aan dat een systeem alleen zinnige output kan geven, als er goed is nagedacht over de input. Dit principe betreft niet alleen het opstellen van een goede prompt, maar ook het goed nadenken over en het omschrijven van de brondata die gebruikt kunnen worden voor het antwoord.
Bij sommige spraakherkenningssystemen kan het voorkomen dat, bijvoorbeeld wanneer het geluid niet duidelijk genoeg wordt opgevangen, er tekst wordt verzonnen. In alle gevallen is het van belang dat een controle van de tekst plaatsvindt, omdat er fouten in kunnen staan en nuance verloren kan gaan.
Een risico bij het inzetten van AI in de huisartsenpraktijk is dat het kan leiden tot een toename van kosten en werkdruk. Het implementeren van een AI-toepassing vraagt namelijk om een investering in tijd, geld en personeel. Hoewel het doel vaak is om huisartsen te ontlasten en meer tijd vrij te maken voor de patiënt, is dit voordeel in de praktijk voor veel toepassingen nog niet aangetoond. Bovendien kan de professionele autonomie van de huisarts onder druk komen te staan, als AI-systemen veel taken overnemen. Ook kan de patiënt het gevoel krijgen dat de computer ‘bepaalt’ en er te weinig ruimte is voor persoonlijke aandacht.
Onderzoek en innovatie
De enorme ontwikkelingen op het gebied van AI bieden nieuwe mogelijkheden voor onderzoek: mét AI als hulpmiddel en naar het gebruik van AI. Dankzij de verwerking van grote hoeveelheden data kunnen we onderzoek efficiënter en grootschaliger uitvoeren. Taalmodellen herkennen synoniemen en variaties in formuleringen, waardoor uniforme terminologie minder strikt nodig is. Ook kan AI juist bijdragen aan meer gestandaardiseerde dossiervoering, wat overdracht en datakwaliteit verbetert. Ook kan AI helpen bij literatuuronderzoek. Dit bespaart tijd en helpt kansen voor verbetering sneller te signaleren, zowel in de zorgorganisatie als in het werkproces.
Tegelijkertijd blijven er belangrijke punten die om aandacht vragen. Zo is het van belang om te bepalen welke data geschikt én toegestaan zijn voor AI-gestuurd onderzoek. Ook roept het gebruik van AI de vraag op hoe de transparantie en reproduceerbaarheid gewaarborgd kunnen blijven. Daarnaast is het essentieel om bias en mogelijke vormen van discriminatie in AI-modellen tijdig te herkennen en te corrigeren. Tot slot is het een uitdaging om als onderzoeker gelijke tred te houden met de razendsnelle technologische ontwikkelingen.
Blik in de toekomst
AI biedt kansen voor de huisartsenzorg, mits zorgvuldig en verantwoord toegepast. De technologie kan bijdragen aan betere toegankelijkheid, efficiëntere processen en meer gepersonaliseerde zorg. Tegelijkertijd vraagt AI om een kritische reflectie op ethiek, privacy, transparantie en verantwoordelijkheid. Huisartsen zijn medisch eindverantwoordelijk en kunnen AI-toepassingen weloverwogen inzetten als ondersteuning. AI-geletterdheid en wetenschappelijke onderbouwing zijn hierbij essentieel. Onderzoek en praktijkervaring moeten de komende jaren uitwijzen welke toepassingen daadwerkelijk bijdragen aan betere, passende zorg. Met een kritische én open houding kunnen we AI inzetten om de huisartsenzorg toekomstbestendig en mensgericht te houden.
Algoritme | Een set van regels en instructies die een computer uitvoert. |
Artificiële intelligentie (AI) | Kunstmatige intelligentie; systemen die intelligent gedrag vertonen door hun omgeving te analyseren en – in zekere mate zelfstandig – actie te ondernemen om specifieke doelstellingen te verwezenlijken. |
Avatar | Een virtuele versie van een persoon in een online omgeving. |
Chatbot | Computerprogramma dat menselijke gesprekken kan simuleren via tekst of spraak. |
Deep Learning | Wiskundige modellen die meerdere lagen gebruiken om complexe structuren in data te herkennen. |
Digitale consultvoorbereiding | De activiteit waarbij een patiënt op advies van een zorgverlener, ter voorbereiding op een consult, een digitale toepassing gebruikt die relevante gegevens verzamelt over de hulpvraag, klachten en/of metingen. Deze voorbereiding wordt gebruikt door de zorgverlener tijdens het consult. |
Digitale triagevoorbereiding | De activiteit waarbij een patiënt op advies van een zorgverlener, ter voorbereiding op triage, een digitale toepassing gebruikt die informatie over relevante urgentiecriteria verzamelt. Deze triagevoorbereiding gebruikt de zorgverlener in het triageproces. |
Digitale zorg | Zorg en ondersteuning via een computer of (mobiel) apparaat, veelal gebruikmakend van internet. |
Generatieve AI | Een vorm van AI die zelf nieuwe inhoud kan genereren. |
Large Language Models | Taalmodellen die zijn getraind op grote hoeveelheden tekst, die menselijke taal begrijpen op contextueel niveau. |
Machine Learning | Een vorm van AI die zelf patronen leert herkennen in data. |
Natural Language Processing | Een tak van AI die zich bezighoudt met het analyseren van tekstuele data om belangrijke informatie te achterhalen. |
Neurale netwerken | Wiskundige modellen die meerdere lagen gebruiken om complexe structuren in data te herkennen, geïnspireerd door de structuur van het menselijk brein. |
Prompt | Een instructie die de gebruiker aan een AI-toepassing geeft, in de vorm van geschreven of (in)gesproken tekst. |
Telemonitoring | Het op afstand volgen van de gezondheidssituatie van de patiënt, waarbij uitslagen van metingen en/of antwoorden op vragenlijsten worden gedeeld met de zorgverlener volgens afgesproken doelen en beleid. |
Help je mee testen?
Met retrieval-augmented generation (RAG) wordt kunstmatige intelligentie ingezet om antwoorden te geven op basis van actuele en gevalideerde documenten. Zo worden NHG-richtlijnen in de toekomst niet alleen toegankelijker, maar ook praktischer inzetbaar tijdens het consult. Wil jij als een van de eersten deze nieuwe RAG-toepassing voor NHG-richtlijnen uitproberen? Stuur dan een e-mail naar webbeheer@nhg.org. Zodra de testfase start, ontvang je meer informatie en een uitnodiging om mee te doen. Zo help je mee om deze innovatieve toepassing verder te verbeteren – voor én met huisartsen.
Vragen of ideeën? We horen graag van je!
Heb je vragen over AI in de huisartsenzorg, suggesties voor het webdossier of wil je praktijkervaringen delen? Neem gerust contact met ons op via digitalezorg@nhg.org. We kijken uit naar je reactie!