In het kort
Jaarlijks krijgt 1 op de 15 mensen griep. Meestal verloopt griep onschuldig: de meeste mensen genezen zonder medische behandeling. Bepaalde risicogroepen hebben bij infectie een grotere kans op een ernstig beloop of zelfs op overlijden. Complicaties zijn bijvoorbeeld een pneumonie, bronchitis of decompensatio cordis. De oversterfte door griep ligt volgens schattingen op gemiddeld 4700 mensen per griepseizoen.
Het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) stelt via de huisarts en zorginstellingen griepvaccinatie ter beschikking aan mensen met een verhoogd risico op complicaties en sterfte door griep. Het NPG is gebaseerd op de adviezen van de Gezondheidsraad.
Meer informatie:
- Wat is griep?
- Welke soorten griepvirussen zijn er?
- Hoe vindt overdracht/besmetting plaats?
- Hoe vaak komt griep voor tijdens een griepepidemie?
- Welke complicaties kunnen voorkomen bij griep?
- Wat is de sterfte door griep?
‘Influenza’ en ‘griep’
‘Influenza’ en ‘griep’ zijn synoniemen. Voor de leesbaarheid hanteren we in deze handleiding alleen de term ‘griep’, en dus ook ‘griepcampagne’, ‘griepvirus’ en ‘griepvaccinatie’.
Wat is griep?
Griep is een acute (bovenste)luchtweginfectie die wordt veroorzaakt door het griepvirus, waarbij het slijmvlies van de neus-, keel- of bijholten, en ook dat van de luchtpijp of de longen, ontstoken is. Griep komt in Nederland elk jaar voor, meestal in de wintermaanden. De incubatietijd is gemiddeld 2-4 dagen. Het begint vaak zeer plotseling met:
- hoge koorts en koude rillingen
- hoofdpijn
- spierpijn in het hele lichaam
- vermoeidheid
- keelpijn en droge hoest
De koorts kan binnen 12 uur oplopen tot ≥ 39 °C en duurt meestal 3 tot 5 dagen. Volledig herstel duurt gemiddeld 1 tot 3 weken. Meestal is griep onschuldig – de meeste mensen genezen zonder medische behandeling. Bovendien verloopt een deel van de infecties asymptomatisch. Bij kwetsbare ouderen en immuungecompromitteerden kunnen de verschijnselen aanzienlijk minder ‘kenmerkend’ zijn en is de kans op een gecompliceerd beloop groter. Bekijk voor meer informatie over de behandeling van griep de NHG-Behandelrichtlijn Influenza.
Welke soorten griepvirussen zijn er?
Griep wordt veroorzaakt door 1 van de 3 typen influenzavirussen (A, B of C). Bij de mens veroorzaken vooral typen A en B ziekte. Deze typen veroorzaken de seizoensepidemieën.
De A-virussen worden ingedeeld op basis van verschillen in hun 2 oppervlakteantigenen: hemagglutinine (HA) en neuraminidase (NA). Er zijn 18 hemagglutininesubtypen (H1-H18) en 11 neuraminidasesubtypen (N1-N11) bekend. Dat leidt tot subtypen A-virussen met verschillende antigenen die omschreven worden als H1N1, H2N3, enzovoort. Kleine veranderingen in deze antigenen wordt ‘antigene drift’ genoemd. Dit fenomeen zorgt ervoor dat iemand vaker dan 1 keer met griep besmet kan worden en dat het griepvaccin hierop jaarlijks aangepast moet worden.
De influenza B-virussen worden onderverdeeld in twee lijnen, namelijk de Yamagata-lijn en de Victoria-lijn. Gemiddeld is 23% van de circulerende influenzavirusstammen een B-stam.
Hoe vindt overdracht/besmetting plaats?
Overdracht gebeurt aerogeen via druppeltjes vanuit de neus- of keelholte, of door direct contact. Dit gebeurt vooral in ruimten waar mensen dicht bij elkaar zitten, bijvoorbeeld in een trein of bus, een school of kinderdagverblijf. Ook worden griepvirussen indirect overgedragen via handen en voorwerpen, zoals een deurknop. Goede hygiënemaatregelen kunnen verspreiding en besmetting beperken.
Hoe vaak komt griep voor tijdens een griepepidemie?
Griepepidemie
Er is sprake van een griepepidemie wanneer 2 weken achter elkaar meer dan 58 op de 100.000 mensen zich met griepachtige verschijnselen bij hun huisarts melden. Daarnaast moet bij ten minste 10% van hen het griepvirus worden aangetoond met keel-neusuitstrijken. In het afgelopen griepseizoen is ook gekeken naar de influenzavirus-data van ziekenhuizen, laboratoria en de infectieradar, omdat het hulpzoekgedrag van mensen met griepachtige klachten in de naweeën van de Covid-19-pandemie nog niet genormaliseerd was. De registratie van het aantal personen dat zich met griepachtige verschijnselen bij de huisarts meldt, vindt plaats met behulp van de Nivel-peilstationhuisartsen. Het tijdstip, de ernst en de duur van de griepepidemie zijn afhankelijk van verschillende factoren, zoals het weer, het type griepvirus, de effectiviteit van het vaccin en de vaccinatiegraad.
In Nederland ligt het begin van de epidemie meestal eind december, maar dit varieert van half november tot begin maart. De epidemie kan tot in mei aanhouden. De piek valt meestal in februari.
Het afgelopen seizoen begon de griepepidemie half december 2022. Het aantal mensen dat met griepachtige klachten naar de huisarts ging, lag in totaal 4 weken lang boven de epidemische grens van 58 op 100.000 mensen. Het hoogtepunt van de epidemie was in de eerste week van 2023. Toen gingen 99 op de 100.000 mensen met griepachtige klachten naar de huisarts. De aantallen per 100.000 in combinatie met het aantal monsters positief voor influenzavirus van een aantal mensen dat de huisarts bezocht met griepachtige klachten en van laboratoria, ziekenhuizen en zelfafgenomen monsters via infectieziektenradar liet zien dat de griepepidemie in twee fases verliep. Een eerste golf was te zien tussen half december en eind januari. Hierna volgde een tweede, mildere, golf die tot 5 april duurde.
De griepepidemie in het griepseizoen 2021-2022 begon later dan eerdere seizoenen en duurde 13 weken. In de winterseizoenen van 2019-2020 en 2020-2021 was er als gevolg van de coronamaatregelen nauwelijks circulatie van griepvirussen en was er geen griepepidemie. De griepepidemie van 2018-2019 duurde 14 weken. De langst durende epidemie, waarin het griepvirus A(H3N2) domineerde (2014-2015), hield maar liefst 21 weken aan, de kortste epidemieën duurden twee weken. In de winterseizoenen van 2009-2010 tot en met 2018-2019 duurden de griepepidemieën in Nederland gemiddeld 13 weken.

Bron grafiek: Peilstations participerend in Nivel Zorgregistraties eerste lijn
Incidentie
Per jaar wordt circa 1 op de 15 mensen ziek van griep en een deel maakt de infectie asymptomatisch door. Iedereen loopt tijdens een epidemie het risico om griep te krijgen. Onder 0- tot 4-jarigen is de incidentie vaak het hoogst.
Welke complicaties kunnen voorkomen bij griep?
Sommige mensen met griep hebben een grotere kans op een ernstig beloop of zelfs overlijden. Risicogroepen zijn in het bijzonder ouderen (circa 90% van de sterfgevallen is 65 jaar of ouder), mensen met chronische ziekten, zoals diabetes mellitus en cardiaal of pulmonaal lijden, en mensen met een verminderde afweer. Bij deze groepen kan het griepvirus voor een exacerbatie van de onderliggende aandoening zorgen, zoals respiratoire insufficiëntie bij astma of COPD, decompensatio cordis of een diabetisch coma. Overige veelvoorkomende complicaties zijn secundaire bacteriële infecties, vooral otitis media en pneumonie, acute bronchitis, myocarditis en primaire virale pneumonie. Ook zwangeren en zuigelingen hebben een grotere kans op een ernstiger beloop en daardoor ziekenhuisopname.
Wat is de sterfte door griep?
Tijdens de 13 weken durende griepepidemie in het seizoen 2021-2022 werd de oversterfte geschat op 3942. Tijdens de 5 griepepidemieën voordat de Covid-19-pandemie begon (seizoenen 2014-2015 tot 2018-2019) was er sprake van een gemiddelde oversterfte van 6439 (bron: Surveillance of COVID-19, influenza and other respiratory infections in the Netherlands: winter 2021/2022 (rivm.nl)).
Bronnen
- Influenza | NHG-Richtlijnen
- RIVM. Monitoring sterftecijfers Nederland.
- RIVM. Griep en griepprik. Bilthoven: RIVM 2022
- RIVM. LCI-richtlijn Influenza. Bilthoven: RIVM, 2012.
- RIVM. Feiten en cijfers – griep in Nederland. Winter van 2018-2019 Bilthoven: RIVM, 2019.
- Nivel. Griep centraal: weekcijfers en meer – Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. Utrecht: Nivel, 2022.
- Jerome I. Seasonal incidence of symptomatic influenza in the United States. Clin Infect Dis 2018;66(10):1511–8.