Samenvatting richtlijn

Deze richtlijn beschrijft dat het belangrijk is dat behandelgrenzen (bijvoorbeeld wel of niet reanimeren) worden uitgewisseld in de spoedzorgketen. Vaak legt de huisarts dat vast in het patiëntendossier. Voor andere zorgverleners, denk aan ambulancemedewerkers of de SEH, is dat noodzakelijk om in een acute situatie te weten.   

Daarnaast zijn er ook nieuwe berichten opgenomen in de richtlijn, namelijk een verwijzing van de ambulance naar de huisarts of de huisartsenpost. De ambulancezorgprofessional stuurt deze verwijzing na onderzoek en/of behandeling wanneer follow-up door de huisarts noodzakelijk is. 

Ook beschrijft de richtlijn voor het eerst welke rol andere vaste artsen generalistische zorg, zoals de arts verstandelijk gehandicapten en specialist ouderengeneeskunde, spelen bij de gegevensuitwisseling in de acutezorgketen.

Totstandkoming

Deze versie is tot stand gekomen in samenwerking met de NVSHA, InEen, AZN, NVAVG en Nictiz.