Belangrijkste aandachtspunt 

  • Houd rekening met een verhoogde kans op rodehond bij patiëntengroepen met een lage vaccinatiegraad (denk aan vluchtelingen, arbeids- of gezinsmigranten of personen met een bepaalde geloofsovertuiging).  

Achtergrondinformatie rodehond 

Vaccinatieschema  

BMR-vaccinatie (levend verzwakt vaccin) is in Nederland opgenomen in het rijksvaccinatieprogramma (RVP) en wordt toegediend op de leeftijd van 14 maanden en 9 jaar.  

Verwekker 

Rodehond wordt veroorzaakt door het rubellavirus (een RNA-virus).   

Klinisch beeld   

  • In ongeveer de helft van de gevallen verloopt de infectie subklinisch. Indien zich symptomen ontwikkelen, dan is vrijwel altijd huiduitslag het eerste symptoom. Huiduitslag en koorts ontstaan zo’n 12-23 (meestal 14-16) dagen na besmetting.  
  • De rode huiduitslag begint in het gelaat en verspreidt zich snel naar de romp, en vervolgens (binnen zo’n 2 dagen) naar armen en benen. Het is een rozerode maculopapuleuze uitslag. De huiduitslag in het gelaat conflueert vaak in de loop van de tijd.   
  • Symptomatische patiënten melden vaak opgezette pijnlijke lymfklieren (retro-auriculair, occipitaal of cervicaal), algemene malaise, lichte verhoging of koorts. Deze klachten kunnen al aanwezig zijn voor de huiduitslag ontwikkelt (prodromaal). Andere symptomen zijn: keelpijn, rhinitis, hoesten en conjunctivitis. Soms ook artritis of artralgie.  
  • Rodehond kent in zeldzame gevallen een gecompliceerd beloop zoals trombocytopenische purpura, encefalitis of het syndroom van Guillain Barré.  
  • Bij zwangeren kan het doormaken van rodehond leiden tot het congenitaal rubellasyndroom bij het kind (met name bij een rubella-infectie in de 1e helft van de zwangerschap).  

Transmissie  

  • Transmissie vindt plaats door direct contact via de handen of aerogeen via aerosolen bij hoesten/praten. De bron kan zowel een patiënt met klinische rubella zijn, als iemand die een subklinische infectie doormaakt.  
  • De besmettelijke periode begint zo’n 10 dagen vóór en loopt tot ongeveer 7 dagen na het begin van de huiduitslag.  

Diagnostiek 

  • De klinische diagnose van rubella is weinig betrouwbaar. Er is een relatief grote gelijkenis met andere erythemateuze dermatosen (‘vlekjesziekten’) en met weinig specifiek onderscheidende kenmerken.  
  • Diagnostiek wordt gedaan door middel van PCR-analyse van een keeluitstrijk of urine naar het rubellavirus, mits de diagnostiek kort na het ontstaan van de huiduitslag wordt ingezet (bij voorkeur <3 dagen). Wordt diagnostiek later ingezet, dan wordt ook serologie geadviseerd (IgM in serum).  
  • Deze diagnostiek wordt maar in enkele gespecialiseerde laboratoria uitgevoerd.   

Meldplicht  

Rodehond is een meldingsplichtige ziekte groep B2. Is rodehond vastgesteld, dan moet dit gemeld worden bij de GGD.  

Meer informatie en totstandkoming 

De adviezen over patiënten met (vermoeden van) rodehond in de huisartsenpraktijk zijn gebaseerd op informatie van het RIVM. Voor details en aanvullende informatie over rodehond, zie