Toepassing tetanusvaccin
Het losse tetanusvaccin wordt met name toegepast in het kader van postexpositieprofylaxe tetanus na een verwonding bij niet-zwangere personen (bij zwangeren gaat de voorkeur uit naar DTP-vaccin). Afhankelijk van de vaccinatiestatus tegen tetanus van de verwonde, dient na verwonding zo snel mogelijk het tetanusvaccin en – indien geïndiceerd – tetanusimmunoglobulinen (TIG) toegediend te worden.
Mocht het tetanusvaccin onverhoopt onvoldoende beschikbaar zijn, dan wordt bij voorkeur het tetanusvaccin vervangen door het DTP-vaccin. Het DTP-vaccin is een gelijkwaardig alternatief voor het tetanusvaccin, maar wordt niet vergoedt aan niet-zwangeren. Als het niet voorhanden is, is het alternatief te prioriteren bij de indicatiestelling.
Prioritering
Indien geprioriteerd moet worden, dan is dit het advies (zie ook het stroomschema en kijk voor kinderen hier):
- Geef prioriteit aan personen die nooit of onvolledig tegen tetanus gevaccineerd zijn. Zij dienen TIG te krijgen, plus een volledig tetanusvaccinatieschema dan wel de ontbrekende tetanusvaccinaties.
- Daarna krijgen de vermoedelijk volledig gevaccineerde personen prioriteit. Probeer de vaccinatiestatus tegen tetanus op te vragen. Behandelaren kunnen tijdens kantoortijden telefonisch de vaccinatiestatus opvragen bij de RIVM-DVP Regiokantoren Noord-Oost, West of Zuid. De bijbehorende werkgebieden en telefoonnummers zijn hier te vinden. Omdat de registratie van vaccinaties geleidelijk is ingevoerd, zijn er afhankelijk van de leeftijd en het werkgebied vaccinatiegegevens beschikbaar. Van personen die vóór 1964 geboren zijn, zijn geen vaccinatiegegevens beschikbaar.
- Personen die gedocumenteerd volledig gevaccineerd zijn, maar waarvan de laatste tetanusvaccinatie langer dan 10 jaar geleden is, krijgen de laagste prioriteit.
Naar verwachting is het tetanusvaccin vanaf oktober 2023 weer normaal leverbaar.
Meer informatie
Zie ook de NHG-Behandelrichtlijn Tetanusprofylaxe en de LCI-richtlijn Tetanus