Oeganda

Op 20 september 2022 is door de gezondheidsautoriteiten van Oeganda een uitbraak uitgeroepen van het Sudan-ebolavirus (SUDV) in het Mubende district, in centraal Oeganda. De meeste gevallen zijn in het Mubende-district, maar de districten Bunyangabu, Kyegegwa, Kasanda en Kagadi zijn ook getroffen. Zie voor gedetailleerde informatie over het gebied, de berichtgeving van het RIVM; Ebola-uitbraak Oeganda 2022 | RIVM

Wat is Ebola?

Het Ebolavirus behoort, evenals het Marburg virus, tot de zogenaamde filovirussen. Infectie met deze virussen veroorzaakt bij de mens virale hemorragische koorts (VHK). Het reservoir van Ebola lijken vleermuizen te zijn.

Klinisch beeld

Het ebolavirus veroorzaakt: meestal acuut ontstane koorts, hoofdpijn, spierpijn, malaise, later vaak ook braken en diarree en soms in een later stadium bloedingen zoals neusbloedingen, tandvleesbloedingen, petechiën of hematomen. Deze ziekteverschijnselen treden op tussen 2 en 21 dagen (met een gemiddelde van 7 dagen) na besmetting met het ebolavirus.

De LCI richtlijn biedt achtergrondinformatie over een infectie met het ebolavirus en hoe te handelen, zie: Virale hemorragische koorts – filovirussen | LCI richtlijnen (rivm.nl)

Welke patiënten voldoen aan de casusdefinitie voor Ebola (en zijn verdacht)?

De volledige casusdefinitie is te vinden in bijlage 2 van de LCI-richtlijn, zie: Bijlage 2. Casusdefinities ebola en marburg (rivm.nl)

Besmettelijkheid

Het ebolavirus is niet aerogeen overdraagbaar. Het virus wordt overgedragen via direct contact met besmettelijke patiënten of dieren of hun lichaamsvloeistoffen.

Patiënten zijn besmettelijk vanaf het moment dat zij ziek zijn. De besmettelijkheid is het hoogst in de laatste stadia van de ziekte, wanneer er ook bloedingen optreden (en na het overlijden van een patiënt).

Hoe te handelen bij een eventuele verdenking op Ebola in Nederland?

De huisarts wordt geadviseerd fysiek contact te vermijden met een patiënt met vermoeden van Ebola (zie de casusdefinitie). Voer een goede telefonische triage uit ter preventie van fysiek contact. In bijlage 1 van de LCI-richtlijn vindt u het stappenplan bij een verdenking op ebola voor o.a. huisartsen, zie: LCI-richtlijn VHK filovirussen, bijlage 1. Stappenplan ebola.docx (live.com) [document doet het niet] Overleg, bij vermoeden van Ebola, zo spoedig mogelijk met een infectioloog van het dichtstbijzijnde VHK-behandelcentrum (zie hieronder) én en (dienstdoende) Infectieziekten-arts van de GGD.

Infectiepreventie maatregelen

Indien een patiënt zich onaangekondigd meldt bij de huisarts, wordt geadviseerd tenminste 1,5 meter afstand te houden en de patiënt zo spoedig mogelijk apart te zetten in een ruimte, waar ook een telefoon aanwezig is, waardoor telefonisch overleg met de patiënt nog mogelijk is. Voorzie de patiënt van een chirurgisch mondneusmasker en vermijdt fysiek contact.

Diagnostiek, behandeling, isolatie en verpleging van een patiënt met (verdenking op) VHK vindt plaats in een specifiek behandelcentrum waar uitgebreide infectiepreventieve maatregelen kunnen worden genomen. In de WIP richtlijn VHK worden deze infectiepreventieve maatregelen beschreven. in de zorg voor patiënten met (verdenking op) VHK. Denk hierbij o.a. aan volledige PBM, hulp bij aan- en uitkleden van de zorgverlener, training van personeel, aanwezigheid van isolatiekamers met onderdruk. Zie voor details en overige adviezen: WIP-richtlijn Virale hemorragische koortsen | RIVM

Fysiek contact met een ebolapatiënt wordt ontraden, zeker indien het gaat om een zeer hoge verdenking. Indien fysiek contact in de eerste lijn tussen een zorgverlener en een patiënt met verdenking op VHK onvermijdelijk is, gebruik dan een volledige set persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij een patiënt met vermoeden van VHK betreft dit: dubbele handschoenen, een spatbril, een mondneusmasker (bij voorkeur FFP2), beschermende kleding met lange mouwen met daarover heen een halterschort, en, indien voorradig, een muts en overschoenen). Zorg dat het lichaam/de huid van de zorgverlener volledig bedekt is.

Overleg na afloop van het consult met de GGD over het te volgen beleid betreffende de zorgverlener die het consult heeft gedaan en eventuele andere aanwezigen die contact hebben gehad met de patiënt. Overleg tevens over reiniging en desinfectie van de ruimte en het gebruikte instrumentarium en afvoer van afval.

Meldingsplicht

Virale hemorragische koorts is een meldingsplichtige ziekte groep A en dient reeds bij het vermoeden van de ziekte gemeld te worden aan de GGD.

Het nummer van uw regionale GGD is te vinden op: www.ggd.nl

Behandelcentra

In Nederland zijn de volgende 5 centra aangewezen als behandelcentra voor de opvang van (verdachte) VHK-patiënten: Erasmus MC, LUMC, UMC, UMCG en Radboudumc. Wegens omstandigheden is momenteel alleen het Radboudumc (bereikbaar op 024-3655709) met 2 bedden beschikbaar voor opname.

Fysieke triage bij een verdenking is op dit moment mogelijk in Maastricht UMC+, Radboudumc en Amsterdam UMC, locatie AMC.

Transport

Indien een patiënt met vermoeden van Ebola naar een ziekenhuis wordt vervoerd per ambulance, stem af wie de ambulance bestelt (infectioloog of huisarts) en meldt expliciet aan de meldkamer dat er sprake is van een vermoeden van Ebola.

Totstandkoming

De adviezen over omgaan met patiënt met vermoeden van Ebola in de huisartsenpraktijk zijn gebaseerd op informatie van het RIVM. Zie ook aanvullende informatie Ebola/VHK hieronder.

Aanvullende informatie Ebola/VHK