Belangrijkste aandachtspunten

  • Bepaal laagdrempelig het hartritme door palpatie van de pols bij oudere patiënten met aspecifieke klachten 
  • Er is voldoende bewijs om bij patiënten met nieuw atriumfibrilleren de voorkeur te geven aan een DOAC 
  • De leeftijdsgrens om patiënten < 65 jaar te verwijzen en daarboven alleen op indicatie te verwijzen is komen te vervallen. 

Bepaal laagdrempelig het hartritme

De werkgroep adviseert om laagdrempelig het hartritme te bepalen bij patiënten met aspecifieke klachten (zoals malaise) vooral bij patiënten ≥ 75 jaar. Deze patiënten hebben een hoog risico op atriumfibrilleren en bij hen is gezondheidswinst te verwachten.

Echocardiografie en geen (NT-pro-)BNP

Bepaal niet meer het (NT-pro-)BNP bij patiënten met atriumfibrilleren om hartfalen uit te sluiten, maar verricht een echocardiografie. Een (NT-pro-)BNP waarde onder de afkapwaarde geeft onvoldoende zekerheid om hartfalen uit te sluiten bij patiënten met atriumfibrilleren.

Voorkeur voor DOAC

Er is voldoende bewijs om bij patiënten met nieuw atriumfibrilleren de voorkeur te geven aan een DOAC ten opzichte van een vitamine-K antagonist (VKA). De werkgroep geeft daarnaast duidelijk aan in de standaard bij welke patiënten een VKA ook een goede optie kan zijn.

Leeftijdsgrens vervallen

De leeftijdsgrens om patiënten < 65 jaar te verwijzen en daarboven alleen op indicatie te verwijzen is komen te vervallen. In plaats daarvan zijn redenen geformuleerd, wanneer een ritmebehandeling door de cardioloog bij een patiënt kan worden overwogen. 

Andere NHG-producten

Naast de NHG-Standaard hebben we ook andere NHG-producten ontwikkeld of gewijzigd:

De e-learning is gebaseerd op de NHG-Standaard Atriumfibrilleren (2023). Met deze e-learning frist u uw kennis op over de diagnostiek en behandeling van deze hartritmestoornis. Accreditatie: 2 punten

Laat u in 30 minuten bijpraten over de belangrijkste wijzigingen in de herziene NHG-Standaard Atriumfibrilleren. Huisarts Marco Krukerink gaat in gesprek met Lia Boelman, huisarts en wetenschappelijk medewerker van het NHG. Zij bespreken dat atriumfibrilleren meestal geen geïsoleerde aandoening is en de comorbiditeit mede het beleid bepaalt. Daarnaast komen onder meer aan bod: de ventrikelvolgfrequentie en de voorkeur voor het gebruik van DOAC’s.

De podcast verschijnt 7 november.

Er zijn 2 nieuwe kennislacunes behorende bij dit onderwerp. Daarnaast zijn er ook een paar kennislacunes komen te vervallen, die nu niet meer van toepassing zijn. Bekijk alle kennislacunes.

De informatie bij het onderwerp boezem-fibrilleren is aangepast in lijn met de herziene standaard en de teksten zijn begrijpelijker gemaakt. De belangrijkste wijzigingen zijn: