De druk op de eerstelijnszorg neemt toe. Oudere patiënten, complexere zorgvragen en beperkte tijd maken het essentieel om de zorg rondom de patiënt goed te organiseren. Goede gegevensuitwisseling tussen huisarts en wijkverpleegkundige speelt daarin een belangrijke rol. 

Om huisartsen hierbij te ondersteunen, ontwikkelden het NHG en V&VN de Handreiking gegevensuitwisseling tussen huisarts en wijkverpleegkundige. Deze biedt een praktisch overzicht van: 

  • de belangrijkste momenten van gegevensuitwisseling; 
  • de informatiebehoefte van huisartsen en wijkverpleegkundigen; 
  • opgehaalde praktijkinzichten die de samenwerking en daarmee gegevensuitwisseling kunnen verbeteren;  
  • hoe je dit digitaal, veilig en gestructureerd doet. 

De handreiking helpt je om efficiënter te werken, met minder losse telefoontjes en beter geïnformeerde besluitvorming. 

Vier tips die je als huisarts meteen kunt toepassen

Maak afspraken over communicatiekanalen 

Met duidelijke werkafspraken weet iedereen in de praktijk wie, wanneer en via welk kanaal contact mag opnemen —ook bij spoed. Maak deze afspraken ook kenbaar voor externe zorgverleners. Dat voorkomt zoekwerk, dubbele acties en vertraging, zodat patiëntvragen sneller en consistenter worden afgehandeld.  

Zorg voor de juiste contactgegevens 

Spreek binnen je praktijk af welke contactgegevens van andere zorgverleners worden genoteerd en waar (wie belt, organisatie, functie, telefoonnummer, concrete vraag). 

Stel de juiste vraag 

Stel een duidelijke, concrete vraag aan de wijkverpleegkundige. Die kan dan direct de juiste actie inzetten. Dit voorkomt terugbellen, herhaalde vragen en onnodige visites. 

Deel relevante informatie 

Deel alle informatie die voor een wijkverpleegkundige relevant is, zoals klacht, beloop/metingen, behandeling tot nu toe, relevante co-morbiditeit/kwetsbaarheid en sociale factoren. Zo kan de wijkverpleegkundige direct handelen zonder extra gegevens op te hoeven vragen.