Nirmatrelvir/ritonavir verlaagt mogelijk de kans op ziekenhuisopnames of sterfte bij niet-opgenomen ongevaccineerde volwassenen met COVID-19 met een (licht) verhoogd risico op een ernstig beloop. Deze resultaten werden gevonden indien de behandeling gestart werd ≤ 5 dagen na het ontstaan van de klachten, in een periode voordat de omikronvariant dominant werd. De verwachting is dat behandeling met nirmatrelvir/ritonavir onder de huidige omstandigheden voor de meeste patiënten met COVID-19 niet zinvol is, met uitzondering van een zeer kleine groep patiënten.

Beschikbaarheid nirmatrelvir/ritonavir

De combinatie nirmatrelvir/ritonavir is sinds januari 2022 door de EMA onder bepaalde voorwaarden toegelaten tot de Europese markt en in een aantal landen al beschikbaar. Het ministerie van VWS is in overleg met de fabrikant over de beschikbaarheid van het middel in Nederland. Vooralsnog is nirmatrelvir/ritonavir niet beschikbaar in Nederland (d.d. 20 oktober 2022).

Toch publiceren we alvast de aanbeveling voor de huisarts om duidelijkheid te verschaffen. Nirmatrelvir/ritonavir komt regelmatig in de media naar voren en levert daardoor vragen op bij patiënten en hun huisarts, zeker in het licht van de huidige najaarsgolf COVID-19. Het Zorginstituut Nederland beoordeelt momenteel of nirmatrelvir/ritonavir opgenomen kan worden in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Publicatie van hun rapport wordt op korte termijn verwacht en zal waarschijnlijk ook tot vragen leiden bij patiënten.

Behandeling met nirmatrelvir/ritonavir voor meeste patiënten niet zinvol

Behandeling met nirmatrelvir/ritonavir lijkt voor de meeste patiënten met COVID-19 in de huidige fase van de coronapandemie niet zinvol. Hoewel het middel mogelijk effectief is, is de kans op ziekenhuisopname of overlijden bij de meeste COVID-19-patiënten zeer laag. Het absolute effect van dit middel bij deze patiënten is daarom te klein om klinisch relevant te zijn.

Dit komt onder andere doordat het merendeel van de Nederlandse populatie ondertussen een vorm van immuniteit tegen COVID-19 heeft ontwikkeld door vaccinatie of het doormaken van COVID-19, in combinatie met de huidige omikronvariant. Behandeling met nirmatrelvir/ritonavir wordt daarom niet aanbevolen. Een uitzondering is een zeer kleine groep patiënten. 

Wanneer nirmatrelvir/ritonavir wel overwegen

Overweeg nirmatrelvir/ritonavir alleen bij een zeer kleine groep patiënten met een sterk verhoogd risico op een ernstig beloop. Dit zijn:

  • patiënten die verondersteld SARS-CoV-20 naïef zijn (ongevaccineerd en COVID-19 niet doorgemaakt) én door hun comorbiditeit of klinische conditie een sterk verhoogd risico hebben op een ernstig beloop. Denk aan kwetsbare ouderen of patiënten met een ernstige cardiale of pulmonale aandoening;
  • patiënten met een ernstig verminderde afweer, ongeacht hun vaccinatiestatus, die onder behandeling zijn bij een medisch specialist. Voor deze groep patiënten heeft ook de SWAB een aanbeveling gepubliceerd. We verwachten dat de behandeling bij deze patiënten vaak via de medisch specialist verloopt.

Veiligheid, bijwerkingen en interacties

Bij het voorschrijven is belangrijk te weten dat nirmatrelvir/ritonavir vele interacties kent met andere geneesmiddelen en dat patiënten niet zwanger mogen zijn. Over de veiligheid op korte en (middel)lange termijn zijn tot nu toe weinig tot geen gegevens bekend.

Meer weten