In Nederland wonen bijna 2,5 miljoen mensen die het Nederlands niet als moedertaal hebben. Zij zijn hier om te werken, studeren, vanwege familie of omdat ze hun land zijn ontvlucht. Voor goede en veilige zorg is het essentieel om taalbarrières te overbruggen. De nieuwe Richtlijn Omgaan met taalbarrières in de zorg en het sociaal domein biedt praktische handvatten om dit in de praktijk te doen.
Belangrijke adviezen
- Kies bewust welke vorm van taalondersteuning nodig is, op basis van de taalbarrière, het gespreksonderwerp en de haalbaarheid.
- Voer gesprekken bij voorkeur in het Nederlands, of in een andere gemeenschappelijke taal als dat voldoende is.
- Schakel een tolk in bij complexe, gevoelige of ingrijpende gesprekken, of verwijs door naar een zorgverlener die de taal van de patiënt spreekt.
- Gebruik een vertaalapp of een naaste bij eenvoudige gesprekken, mits de patiënt dat zelf wil.
- Laat een naaste alleen vertalen als die dat wil én beide talen goed beheerst — laat minderjarigen niet tolken.
- Check het begrip door de patiënt te vragen in eigen woorden te herhalen wat is besproken. Een knikje is geen garantie voor begrip.
De richtlijn is ontwikkeld door vertegenwoordigers van beroeps- en patiëntenorganisaties (waaronder NHG), een vertegenwoordiger van Pharos Expertisecentrum Gezondheidsverschillen en een projectgroep onder leiding van Patiëntenfederatie Nederland.