Belangrijkste wijzigingen
- De naamgeving van de risico-indeling is gewijzigd van ‘zeer hoog-verhoogd-laag’ naar ‘hoog-intermediair-laag’.
- De aanbeveling om geen CRP-bepaling te verrichten bij kinderen met koorts is beter onderbouwd en wordt uitgebreider toegelicht.
- In de voorlichting aan ouders zijn vangnetadviezen toegevoegd, zodat symptomen die wijzen op een (potentieel) ernstig ziektebeloop eerder worden herkend.
Herkenning ernstig ziek kind
De grote uitdaging is het ernstige zieke kind vroegtijdig te onderscheiden van de kinderen met een onschuldige virale infectie. De afwezigheid van alarmsymptomen of de aanwezigheid van ‘geruststellende’ symptomen is een belangrijke voorspeller voor een gunstig beloop, terwijl de aanwezigheid van alarmsymptomen (lang) niet altijd ernstige ziekte voorspelt. De naamgeving van de risico-indeling in de evaluatie is gewijzigd van zeer hoog-verhoogd-laag naar hoog- intermediair-laag risico. Bij deze risico-indeling worden (alarm)symptomen, patiëntkenmerken, zorgen van ouders en niet-pluisgevoel bij de huisarts meegenomen.
Geen toegevoegde waarde CRP-vingerprik
Een CRP-bepaling is inmiddels gemeengoed en laagdrempelig beschikbaar in de eerste lijn. Er is echter nog steeds geen bewijs dat dit bijdraagt aan betere diagnostiek en besluitvorming bij kinderen met koorts in de eerste lijn. Integendeel, er bestaan wel potentiële grote risico’s zoals het missen van ernstige ziekte bij fout-negatieve waardes en overdiagnostiek bij fout-positieve waardes. Daarom heeft een CRP-vingerprik geen toegevoegde waarde bovenop anamnese en lichamelijk onderzoek. Het blijft belangrijk om te varen op de klinische blik.
Vangnetadvies toegevoegd
Geef bij alle kinderen met koorts een vangnetadvies om een ernstig of afwijkend beloop tijdig te ondervangen. Geef informatie over het verwachte ziektebeloop, alarmsymptomen voor ernstige ziekte en waar en hoe hulp te vinden is (zoals Thuisarts). De uitdaging ligt volgens de werkgroep vooral in het actief gebruiken van deze middelen in de praktijk, aangezien de praktijk laat zien dat er in minder dan 5% van de contacten voor kinderen met koorts naar deze materialen verwezen wordt.
Midazolam eerste keus bij koortsconvulsies
Midazolam is het middel van eerste keus in geval van een langer durende convulsie bij koorts. Doseringen midazolam zijn in de nieuwe standaard uitgewerkt per gewichtsklasse, leeftijdsklasse en toedieningsvorm. Midazolam kan ook via een mucosal atomization device (MAD) toegediend worden. Speciaal voor NHG-leden is hierover onderstaande instructiefilm beschikbaar. Midazolam werkt iets sneller en is mogelijk effectiever bij het couperen van een convulsie dan diazepam. Daarentegen kost het optrekken en toedienen van een ampul midazolam ook tijd. Alternatief blijft diazepam per rectiole.
Gerelateerde NHG-producten
E-learning
De nieuwe NHG E-learning Kinderen met koorts bestaat uit 3 onderwerpen van 30 minuten: de basis, in de praktijk en meningitis. Per onderdeel ontvang je 0,5 accreditatiepunten.
Instructiefilm MAD intranasale verstuiver
FTO-module
Er is alleen een FTO ‘Kinderen met koorts’ voor apothekers- en doktersassistenten, niet voor huisartsen. Deze is te vinden op deze pagina.
