Publicatie | 01-07-2023

Leeswijzer

Deze praktijkhandleiding is gebaseerd op het ‘Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek (BVO) baarmoederhalskanker‘ . Het uitvoeringskader beschrijft voor alle (medisch) professionals in de hele keten, hoe en door wie het BVO baarmoederhalskanker wordt uitgevoerd, en welke afspraken gelden.

Deze praktijkhandleiding beperkt zich tot de uitvoering binnen de huisartsenpraktijk (door huisartsen en/of doktersassistenten). Zowel de praktische uitvoering als het waarom en hoe komen aan bod. Ook besteden we aandacht aan gynaecologische zorg in beladen situaties. Het bevolkingsonderzoek kan niet los worden gezien van de diagnostiek en behandeling van baarmoederhalskanker in de dagelijkse praktijk.

Veranderingen screeningslaboratoria

Het screeningsonderzoek (zowel HPV-test als cytologie) wordt vanaf medio 2023 uitgevoerd in 3 verschillende screeningslaboratoria. Eerst waren dat er 5. Het is dus mogelijk dat u te maken krijgt met een ander laboratorium, andere verzendmaterialen en een andere koeriersdienst. Zie de website van Bevolkingsonderzoek Nederland voor de nieuwe regio’s.

Ook sommige testmaterialen zijn veranderd. De zelfafnameset (ZAS) is van een ander merk en type brush (zie hoofdstuk 3 voor verdere toelichting). Ook de HPV-tests die laboratoria uitvoeren zijn van een ander merk. De cervix-brushes en fixatievloeistof die u in de praktijk gebruikt zijn hetzelfde gebleven.

Verbrede inzet van de zelfafnameset (ZAS)

Om drempels voor deelname te verlagen heeft de Gezondheidsraad (2021) geadviseerd de ZAS als ge- lijkwaardig alternatief te presenteren. De implementatie van dit advies volgt medio 2023. De ZAS wordt bij 30-jarigen direct bij de eerste uitnodiging meegestuurd. Bij genodigden van 35 jaar of ouder wordt de optie een ZAS aan te vragen in de eerste uitnodiging vermeld. De ZAS wordt automatisch toegestuurd bij de herinneringsbrief.

Zie hoofdstuk Zelfafnameset.

Minder onnodige verwijzingen en overdiagnostiek

In 2022 zijn de verwijscriteria gewijzigd. Het type hrHPV-infectie wordt ook meegewogen. Bij een infectie met een hrHPV-type met een duidelijk verhoogd risico (hrHPV16/18) wordt verwezen vanaf PAP2, bij een infectie met een hrHPV-type met een matig verhoogd risico (hrHPVother) vanaf PAP3a2.

Ook is het interval tot het controle-uitstrijkje verlengd van 6 naar 12 maanden.

Zie hoofdstuk Uitslag van het uitstrijkje en het vervolg voor verdere toelichting.

Vijf uitnodigingen, tenzij

  • Geïndiceerden ontvangen in principe 5 keer in hun leven een uitnodiging om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker: op 30-, 35-, 40-, 50- en 60-jarige leeftijd.
  • 45- en 55-jarigen krijgen een extra uitnodiging wanneer ze de vorige ronde niet meegedaan hebben of wanneer ze in de voorgaande ronde een HPV-positieve testuitslag hadden.
  • 65-jarigen krijgen een extra uitnodiging wanneer ze de voorgaande ronde een HPV-positieve testuit- slag hadden en niet naar de gynaecoloog verwezen zijn.

Zie hoofdstuk Opzet van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor verdere toelichting.

Aangepast beleid bij zwangeren

Het uitstrijkje kan 6 weken na een bevalling, miskraam of abortus uitgevoerd worden. Eerder was het advies om 6 maanden te wachten.

Zie hoofdstuk Uitstrijkje in de huisartsenpraktijk voor verdere toelichting.

Instroom van HPV-gevaccineerden

Vanaf 2023 zullen de eerste HPV-gevaccineerden een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek ont- vangen. Na vaccinatie met het bivalent vaccin kunnen andere hrHPV-typen nog wel tot het ontstaan van baarmoederhalskanker leiden. Screening van HPV-gevaccineerden blijft daarom belangrijk.

Zie hoofdstuk Preventie van baarmoederhalskanker in Nederland voor verdere toelichting

Maak bij klachten een indicatief uitstrijkje

Wanneer u een indicatief uitstrijkje naar uw regionale laboratorium opstuurt, wordt er zowel een
hrHPV-beoordeling als een cytologische beoordeling gedaan.

Het screeningslaboratorium test een uitstrijkje in het kader van het bevolkingsonderzoek op hrHPV, en
alleen wanneer hrHPV aangetoond is, wordt een cytologische beoordeling gedaan. Dit is niet voldoende
wanneer er klachten bestaan.

Baarmoederhalskanker komt ook voor onder de 30 en boven de 60 jaar.

Zie het hoofdstuk Casefinding voor verdere toelichting.

Het belang van scholing en voldoende bekwaamheid

Helaas zien we al een aantal jaar dat de kwaliteit van de uitstrijkjes achteruitgaat. De afgelopen jaren is het aantal uitstrijkjes wat cytologisch niet te beoordelen is (Pap 0) gestegen naar bijna 30%.
We adviseren doktersassistentes die uitstrijkjes maken jaarlijks de e-learning Cervixscreening te doorlopen. Ook is volgens schattingen een minimum van 10 uitstrijkjes per jaar nodig om voldoende bekwaam te blijven.

Zie het hoofdstuk Uitstrijkje in de huisartsenpraktijk voor verdere toelichting.


Colofon

  • L.Y. van de Laar, huisarts en programmamanager preventie bij het NHG
  • Illustraties: Lodamind
  • Met dank aan het RIVM Centrum voor Bevolkingsonderzoek en Bevolkingsonderzoek NL voor hun medewerking aan de praktijkhandleiding.