In dit hoofdstuk geven wij aanbevelingen over het reinigen en desinfecteren van ruimten, meubilair en voorwerpen in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk.

Ruimten en meubilair algemeen

Aanbevelingen ruimten en meubilair algemeen

  • Zorg voor gladde, goed te reinigen meubelbekleding en gladde, goed te reinigen en te desinfecteren materialen op de vloeren in de praktijk.
  • Voorzie de behandelkamer van een wasgelegenheid met vloeibare zeep, handalcohol, papieren handdoekjes en een afvalbak.
  • Voorzie de toiletten van vloeibare zeep, papieren handdoeken en een afvalbak.

Reiniging van ruimten en meubilair

Aanbevelingen frequentie van reiniging van ruimten en meubilair

  • Reinig bij morsen van bloed of lichaamsvloeistoffen direct, of in ieder geval voor de volgende patiënt, en desinfecteer vervolgens met alcohol 70%, met chloor 1000 ppm of een ander geschikt desinfectans met een virusclaim dat is toegelaten door het Ctgb. Voor desinfectie van de vloer kan eventueel een lagere chloorconcentratie van 250ppm gebruikt worden gezien het lage infectierisico van vloeren.
  • Reinig niet-kritische ruimten in elk geval wekelijks en de semi-kritische en kritische ruimten dagelijks. Reinig werkbladen na ieder spreekuur.
  • Leeg afvalbakken dagelijks.
  • Reinig personeelstoiletten minimaal wekelijks en openbare toiletten minimaal dagelijks (afhankelijk van intensiteit van het gebruik).

Aanbevelingen methode van reiniging van ruimten en meubilair

  • Reinig zo veel mogelijk droog, tenzij dit niet mogelijk is of als er op oppervlakken, meubilair of voorwerpen bloed of ander lichaamsvocht is gemorst.
  • Reinig werkbladen met een neutraal reinigingsmiddel met een weggooi werkdoekje. 
  • Verwijder eventuele (organische) vervuiling met bijvoorbeeld een tissue alvorens met nat schoonmaken te starten. 
  • Gebruik voor de dagelijkse reiniging van sanitair een alkalisch reinigingsmiddel. Gebruik voor preventie en verwijdering van kalkaanslag van wasbakken en toiletten een zuur (ontkalkings)middel. 
  • Hanteer als werkvolgorde bij schoonmaken: van ‘schoon’ naar ‘vuil’ (bijvoorbeeld eerst de wastafels en het laatst de toiletten) en van ‘hoog’ (bijvoorbeeld bovenop een kast) naar ‘laag’ (bijvoorbeeld een vloer). 
  • Bedek de onderzoek-/behandeltafel voor iedere patiënt met een nieuwe disposable beschermlaag.

Desinfectie van ruimten en meubilair

Aanbevelingen frequentie en methode van desinfectie van ruimten en meubilair

  • In het algemeen is desinfectie niet nodig na reiniging.
  • Als er op oppervlakken, meubilair of voorwerpen bloed of ander lichaamsvocht is gemorst: reinig de verontreinigde plek direct (voor de volgende patiënt) en desinfecteer vervolgens. Gebruik voor desinfectie alcohol 70%, chloor 1000 ppm of een ander geschikt desinfectans met een virusclaim dat is toegelaten door het Ctgb. Voor desinfectie van de vloer kan eventueel een lagere chloorconcentratie van 250ppm gebruikt worden gezien het lage infectierisico van vloeren.
  • Doseer het desinfectans exact en zorg dat de oppervlakte gedurende de inwerktijd nat blijft om een goede desinfecterende werking te waarborgen. Hanteer daarnaast de gebruiksvoorschriften op het etiket van het desinfectans.
  • Draag handschoenen bij desinfectie.
  • Desinfecteer oppervlakken groter dan 0,5 m2 niet met alcohol vanwege het brandgevaar en blootstelling aan alcoholdampen. 
  • Maak chlooroplossingen vlak voor gebruik aan. Bij blootstelling aan de lucht loopt de concentratie actief chloor, en daarmee de desinfecterende werking, namelijk snel terug.
  • Gebruik chlooroplossingen niet in heet water, omdat daarmee chloorgas ontstaat.
  • Zorg bij desinfectie met alcohol en chloor voor voldoende ventilatie.
  • Als materiaal niet bestand is tegen het desinfectans: volg instructies van de fabrikant over het te gebruiken middel.

Reiniging en desinfectie van voorwerpen en overige uitrusting

Aanbevelingen reiniging en desinfectie van voorwerpen of overige uitrusting

  • Wat betreft voorwerpen als kinderspeelgoed in de wachtkamer en/of spreekkamer: kies voor materiaal dat goed te reinigen en zo nodig goed te desinfecteren is. 
  • Reinig deze voorwerpen in warm water met een neutraal reinigingsmiddel of reinig in een (vaat)wasmachine. 
  • Droog de voorwerpen na reiniging goed met een theedoek, die éénmalig wordt gebruikt. 
  • Desinfecteer voorwerpen (kinderspeelgoed), materialen, apparaten en behandelartikelen als er zichtbaar bloed (of bloedbijmenging) of ander lichaamsvocht op aanwezig is. Gebruik voor desinfectie alcohol 70% of een ander geschikt desinfectans met een virusclaim dat is toegelaten door het Ctgb. Spoel zo nodig na met water om residu te voorkomen. 

Achtergrondinformatie reiniging en desinfectie ruimten, meubilair en voorwerpen

De ruimten in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk zijn wat betreft het belang van reiniging en desinfectie te onderscheiden in:

  • niet-kritische (openbare) ruimten, zoals entree, gang, wachtkamer, koffieruimte;
  • semi-kritische ruimten, zoals spreekkamer, onderzoekkamer, verkleedruimte patiënt, toiletten;
  • kritische ruimten, zoals behandelruimte, laboratorium, ruimte waar instrumenten worden gereinigd en gedesinfecteerd.

Deze indeling heeft consequenties voor de methode en frequentie van schoonmaken.

In het algemeen geldt dat oppervlakken een gering risico vormen voor de transmissie van micro-organismen. In de praktijk is reiniging van vloeren, wanden, meubilair, enzovoorts doorgaans voldoende.1,2,10

Bij besmetting met bloed of andere lichaamsvochten moeten ruimten, meubilair en voorwerpen gereinigd en gedesinfecteerd worden. Voor kleine oppervlakken heeft een product op alcoholbasis de voorkeur. Voor het desinfecteren van grote oppervlakken (>0,5m²) is een product op alcoholbasis niet geschikt en wordt een product met chloorverbinding geadviseerd of een desinfectiemiddel met een virusclaim dat is toegelaten door het Ctgb [LCI 2017].

Overzicht reinigingsmiddelen en desinfectantia 

Onderhoud van het reinigings- en desinfectiemateriaal

Algemene aanbevelingen voor het onderhoud van het reinigings- en desinfectiemateriaal

  • Gebruik bij voorkeur disposable materialen voor reiniging en desinfectie.
  • Gebruik schone materialen.
  • Vervang schoonmaakmaterialen en sopwater als deze zichtbaar vuil zijn of iedere dag. 
  • Reinig niet-disposable schoonmaakmateriaal dagelijks en ruim het droog op na de werkzaamheden.
  • Desinfecteer niet-disposable schoonmaakmateriaal wanneer dit is bevuild met bloed of lichaamsvochten.

Specifieke aanbevelingen voor het onderhoud van het reinigings- en desinfectiemateriaal

  • Als borstels noodzakelijk zijn: gebruik kunststof borstels; houten borstels zijn moeilijk te reinigen.
  • Maak borstels na gebruik schoon. Spoel hierna de borstels, droog ze aan de lucht, en berg ze vervolgens droog op. 
  • Reinig een borstel waarmee iets is schoongemaakt dat (mogelijk) besmet is geweest met bloed en/of excreta met bloedbijmenging. Desinfecteer de borstel vervolgens minstens 5 minuten met chloor 1000 ppm. Spoel de borstel, laat hem aan de lucht drogen en berg hem op. 
  • Maak emmers na gebruik schoon. Hierna wordt de emmer gespoeld, gedroogd en vervolgens droog opgeborgen. 
  • Wanneer een emmer gebruikt is voor de reiniging van iets dat mogelijk besmet is geweest met bloed: desinfecteer de emmer na het schoonmaken minstens 5 minuten met chloor 1000 ppm. Zorg dat de hele oppervlakte van de emmer gedurende deze tijd nat blijft.
  • Was textiel (kleding, linnengoed en schoonmaakmaterialen zoals moppen en doeken) zo mogelijk op 60 ºC, op een standaard wasprogramma met centrifugeren (gebruik geen verkort wasprogramma) met een totaalwasmiddel met bleekmiddel.
  • Draai eerst een koud voorwasprogramma als er sprake is van bevuiling met bloed.
  • Gebruik geen wasverzachter bij microvezeldoekjes.
  • Bij wassen op temperaturen van 40 tot 60 ºC: droog het textiel in een droogtrommel (minimale stand kastdroog) en/of strijk het textiel (minimale stand 150 ºC (warm = wol/polyester/zijde). Gebruik van een droogtrommel en strijken wordt aangeraden omdat de hitte eventueel achtergebleven micro-organismen doodt.
  • Gebruik sponzen en zemen alleen om ramen en spiegels schoon te maken. Spoel ze na gebruik uit en berg ze zo op dat ze goed kunnen drogen. 
  • Let erop dat de opvangzak van de stofzuiger niet te vol raakt. 
  • Reinig de stofzuiger, inclusief het borstelmondstuk, maandelijks.