Urineweginfecties (LESA Laboratoriumdiagnostiek)
Inhoud |
1. Diagnostiek urineweginfectie
Bepalingen
- Nitriettest, leukotest, erytest (urineteststrook)
Indicatie
- Vermoeden van een urineweginfectie
- Verricht geen test bij patiënten met verblijfskatheter en kwetsbare ouderen met aspecifieke klachten en symptomen
Achtergrondinformatie bij de bepalingen
Nitriettest
Ongeveer 25% van de uitslagen is fout-negatief (onder andere door: urine niet lang genoeg in de blaas).
Leukocytentest
Uitslag kan fout-positief zijn bij:
- contaminatie vanuit de vagina
- urethritis
- andere koortsende ziekten, vooral bij kinderen
Referentiewaarden
Nitriettest | Dichotome testuitslag |
Leukotest | Ordinale testuitslag: een +1 resultaat van de teststrook wijst op circa 5-10 leukocyten per gezichtsveld* |
* Sommige laboratoria rapporteren kwantitatieve uitslagen in SI-eenheden.
Verder beleid
Zie het stroomschema voor verder beleid.
2. Vervolgdiagnostiek
Bepalingen
- dipslide
- urinesediment
- kweek met resistentiebepaling
Indicatie
Dipslide:
- negatieve nitriettest, maar positieve leukocytentest
- aanhoudend vermoeden van een urineweginfectie, ondanks negatieve nitriet- en leukocytentest
Urinesediment: als alternatief voor dipslide > 12 jaar
Kweek met resistentiebepaling:
- tweemaal therapiefalen bij een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen
- eenmaal therapiefalen bij een cystitis bij kwetsbare ouderen
- cystitis bij patiënten die antibiotische profylaxe gebruiken
- cystitis bij patiënten uit een risicogroep, met uitzondering van patiënten met goed gereguleerde diabetes mellitus
- cystitis bij kinderen < 12 jaar
- urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie
- aanhoudend vermoeden van een urineweginfectie terwijl urineteststrook, dipslide of sediment negatief blijven
Achtergrondinformatie bij bepalingen
Dipslide:
- aflezen na minstens 18 uur (broedstoof) of 24 uur (kamertemperatuur)
- voor schatting aantal kolonievormende eenheden: zie bijlage Groeidichtheid dipslide
Kweek met resistentiebepaling:
- bij voorkeur verse urine
- monster dat voor inname van de antibiotica is afgenomen
- op formulier vermelden:
- tekenen van weefselinvasie
- katheter-urine
- of en wanneer antibiotica gebruikt zijn
Referentiewaarden
Dipslide (kweek) | Aantal kolonievormende eenheden van bacteriën: < 104/ml |
Sediment | Bacteriën < 20 per gezichtsveld Leukocyten < 5 per gezichtsveld |
Verder beleid
- Bij een positieve uitslag behandelt de huisarts de patiënt meestal met antibiotica.
- Stel de verloskundige op de hoogte bij een zwangere vrouw met een groep B-streptokok.
3. Controle na behandeling
Bepalingen
- nitriettest, leukotest, erytest (urineteststrook)
- dipslide
- urinesediment
- kweek met resistentiebepaling
Indicatie
- > 1 week klachten na behandeling met alleen pijnstilling
- geen duidelijke afname klachten 24-48 uur na afloop van een antibioticumkuur
- kweek met resistentiebepaling:
- bij niet-zwangere gezonde vrouwen bij aanhoudende klachten na tweede antibioticumkuur
- standaard bij kinderen, risicogroepen en tekenen van weefselinvasie
Referentiewaarden
Nitriettest, leukocytentest (urineteststrook) | Zie paragraaf 1 |
Dipslide | Zie paragraaf 2 |
Sediment | Zie paragraaf 2 |
Kweek met resistentiebepaling | Zie paragraaf 2 |
Verder beleid
- Bij gezonde, niet-zwangere vrouwen met een positieve nitriettest geeft de huisarts een tweede, alternatieve antibioticakuur.
- De huisarts past zo nodig de behandeling aan op geleide van de kweekuitslag (zie NHG-Standaard Urineweginfecties).