Delier (LESA Laboratoriumdiagnostiek)
Inhoud |
1. Ter opsporing van een behandelbare onderliggende aandoening
Bepalingen
- glucose
- nitriettest (urinestick)
Indicatie
In geval van een (vermoedelijk) delier direct ‘aan het bed’.
Referentiewaarden
glucose | |
nitriet (urine) |
Verder beleid
- Behandel en verricht vervolgdiagnostiek conform desbetreffende NHG-Standaard.
- Breid onderzoek uit als de uitkomsten onvoldoende verklaring bieden (zie paragraaf 2).
- Een positieve nitriettest is bij oudere vrouwen zonder klinische verschijnselen niet zonder meer een afdoende verklaring.
2. Vervolgdiagnostiek naar een behandelbare onderliggende aandoening
Bepalingen
- CRP (of BSE)
- Hb
- leukocyten
- eGFR
- ALAT
- TSH
- natrium
- kalium
- dipslide of urinesediment
Indicatie
Als de uitkomsten van de in paragraaf 1 genoemde bepalingen onvoldoende verklaring bieden voor het delier.
Referentiewaarden2
leukocyten | 4-10 x 109/l |
natrium | 135-145 mmol/l |
CRP (of BSE) | |
eGFR | Zie Nieraandoeningen |
Hb | zie Anemie |
ALAT | |
TSH | |
Dipslide/urinesediment |
Verder beleid
- Behandel en verricht eventueel vervolgdiagnostiek conform de betreffende NHG-Standaard.
3. Bij bedlegerigheid of een maligniteit
Bepalingen
- calcium (gecorrigeerd voor albumine)
Indicatie
- Hypercalciëmie treedt bij 5 - 30% van de maligniteiten (al dan niet met botmetastasen) op.
- Bij ouderen is plotselinge immobilisatie een belangrijke oorzaak van hypercalciëmie.
Achtergrondinformatie bij de bepalingen
Bepaal, in verband met frequent voorkomen van hypoalbuminemie bij patiënten met een delier het calcium, gecorrigeerd voor albumine.
Referentiewaarden
totaalcalcium | 2,15-2,55 mmol/l |
Verder beleid
- Behandel hypercalciëmie bij patiënten in de palliatieve fase conform de richtlijnen Palliatieve zorg. Samenvattingen van symptoomrichtlijnen.
- Overleg in de overige gevallen met de (behandelend) internist.
4. Ter opsporing van intoxicaties door geneesmiddelen
Bepalingen
- Geneesmiddelenspiegels (oa. digoxine, lithium, fenytoïne, carbamazepine, valproïnezuur)
Indicatie
Bij ouderen kan deze medicatie ook bij therapeutische doses en normale bloedspiegels bijdragen aan de ontwikkeling van een delier.
Referentiewaarden
Zie Geneesmiddelentherapie, controle op.
5. Bij een vermoedelijk insufficiënte voeding
Bepalingen
- vitamine B1
- vitamine B12
- foliumzuur
Indicatie
Bijvoorbeeld bij:
- problematisch alcoholgebruik
- onvoldoende (gevarieerde) voedselintake
- vermoeden van Wernicke-encephalopathie en/of syndroom van Korsakov
Referentiewaarden
vitamine B1 | Zie Psychogeriatrie |
vitamine B12 | |
foliumzuur | Zie Anemie |
Verder beleid
- Geef bij een vitamine B1-tekort, problematisch alcoholgebruik en alcoholontwenning thiaminesuppletie conform de NHG-Standaard Problematisch alcoholgebruik
- Voor het beleid bij een vitamine B12- en/of foliumzuurtekort: zie de NHG-Standaard Anemie