Algemeen onderzoek (LESA Laboratoriumdiagnostiek)
Inhoud |
1. Infectieziekten en maligniteiten
Bepaling
- BSE of CRP
Indicatie
- De kans op een inflammatoire aandoening of maligniteit bij aspecifieke klachten zoals vermoeidheid en malaise is laag.
- Bepaling van de BSE of CRP wordt in dit geval gebruikt om deze aandoeningen nog onwaarschijnlijker te maken.
Achtergrondinformatie bij de bepalingen
BSE
- verhoogd bij onder andere infectieziekten, myocardinfarcten, reumatoïde artritis, auto-immuunziekten en mono- en polygammopathieën
- verlaagd bij een laag Hb
- pas verhoogd na enige dagen
- halfwaardetijd lang (4 dagen voor fibrinogeen en enkele weken voor gammaglobulinen)
CRP
- verhoogd bij trauma, infectie en ontsteking
- bereik 0-500 mg/l
- snel verhoogd: de waarde kan binnen 6 tot 8 uur verdubbelen
- halfwaardetijd kort (ook 6 tot 8 uur)
Referentiewaarden en verder beleid
BSE | ||
Neonaat |
| 0-2 mm/uur |
Kind | < 10 jr | 3-13 mm/uur |
Vrouw | ≤ 50 jr | < 20 mm/uur |
Vrouw | > 50 jr | < 30 mm/uur |
Zwangere | 1e/2e trimester | < 20 mm/uur |
3e trimester | < 30 mm/uur | |
Man | ≤ 50 jr | < 15 mm/uur |
Man | > 50 jr | < 20 mm/uur |
CRP | ||
Neonaat | < 4 dagen | < 15 mg/l |
> 4 dagen | < 10 mg/l | |
Kind |
| < 10mg/l |
Volwassene |
| < 10mg/l |
2. Anemie
Bepaling
- Hb (indien afwijkend MCV en ferritine)
Indicatie
De Hb-waarde wordt bepaald ter uitsluiting van een anemie.
Referentiewaarden en verder beleid
Hb | Zie hoofdstuk Anemie |
3. Diabetes mellitus type 2
Bepaling
- glucose
Indicatie
Eventueel kan worden volstaan met een niet-nuchtere glucosewaarde.
Referentiewaarden en verder beleid
Glucose | Zie hoofdstuk Diabetes mellitus type 2 |
4. Schildklierfunctiestoornis
Bepaling
- TSH (indien afwijkend vrij T4)
Indicatie
- ter uitsluiting van een schildklierfunctiestoornis
Referentiewaarden en verder beleid
TSH | Zie hoofdstuk Schildklieraandoeningen |
5. Nierfunctiestoornis
Bepaling
- eGFR + creatinine
Indicatie
- alleen op indicatie (vooral bij ouderen)
Referentiewaarden en verder beleid
eGFR + creatinine | Zie hoofdstuk Nieraandoeningen |
6. Leveraandoening
Bepaling
- ALAT
Indicatie
- alleen op indicatie (bij een gering vermoeden van een leveraandoening)
Referentiewaarden en verder beleid
ALAT | zie hoofdstuk Leveraandoeningen |