De Gezondheidsraad heeft op 14 februari 2024 een advies uitgebracht om alle kinderen onder de 1 jaar passief te immuniseren binnen het Rijksvaccinatieprogramma ter preventie van ernstige infecties met het Respiratoir syncytieel virus (RSV).
RSV-immunisatie in het Rijksvaccinatieprogramma
Vanaf najaar 2025 zit RSV-immunisatie met Nirsevimab in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Baby’s geboren vanaf 1 april 2025 komen in aanmerking. Alle baby’s krijgen via de Jeugdgezondheidszorg een immunisatie aangeboden in hun eerste levensjaar:
- Baby’s geboren tussen 1 oktober en 1 april krijgen de prik binnen 14 dagen na de geboorte.
- Baby’s geboren tussen 1 april en 1 oktober krijgen de prik aan de start van hun eerste RSV-seizoen (september/oktober).
Een kleine groep kinderen krijgt op medische indicatie ook in hun tweede levensjaar de RSV-immunisatie. De indicatie voor een tweede immunisatie wordt gesteld door de kinderarts.
RSV is wereldwijd de meest voorkomende verwekker van een onderste luchtweginfectie bij jonge kinderen. Een primo-infectie bij jonge kinderen kan ernstig verlopen met bronchiolitis of pneumonie. Bij prematuren en zuigelingen van een aantal weken oud kan RSV-infectie zich aspecifiek presenteren met lethargie, voedingsproblemen en apneu. RSV-bronchiolitis is de meest voorkomende oorzaak van ziekenhuisopname van zuigelingen en jonge kinderen. Veelal betreft het kinderen jonger dan 3 maanden.
Ongeveer 22% van alle kinderen <1 jaar in Nederland komt bij hun huisarts vanwege RSV en 1 tot 2% van alle kinderen wordt in hun eerste levensjaar opgenomen in het ziekenhuis vanwege een ernstige RSV-infectie. Ongeveer 5% hiervan wordt behandeld op de PICU. Het grootste deel van deze kinderen (73%) is gezond en aterm geboren.
Herinfecties komen vaak voor, soms zelfs jaarlijks. Deze herinfecties verlopen over het algemeen mild: asymptomatisch, bovenste luchtweginfectie of tracheobronchitis. RSV-infecties komen seizoensgebonden voor van november tot en met maart.
Immunisatie met Nirsevimab
Nirsevimab is een langwerkend humaan monoklonaal antilichaam. Bij passieve immunisatie met Nirsevimab injecteer je direct de antistoffen en wek je geen actieve immuunreactie op zoals bij vaccinaties. De bescherming is daardoor vrijwel direct aanwezig en duurt zolang de antistoffen in het lichaam blijven (voor Nirsevimab >6 maanden).
Nirsevimab is weinig reactogeen en bijwerkingen komen niet vaak voor (<1%). Ook koorts komt vrijwel niet voor als bijwerking van Nirsevimab. Bij zeer jonge kinderen is een beoordeling geïndiceerd wanneer er koorts ontstaat kort na de prik, er is dan (waarschijnlijk) een andere oorzaak.
Maternale RSV-vaccinatie met Abrysvo
RSV-immunisatie voor baby’s via het RVP is de standaard programmatisch aangeboden optie. Er bestaat ook een maternale RSV-vaccinatie. Deze is alleen aan de orde wanneer de aankomende ouders geen RSV-immunisatie voor hun pasgeborene willen, maar wel hun baby willen beschermen tegen ernstige RSV-infectie. Als ouders twijfelen over het afwijken van het RVP en hier advies over wensen, is de gewenste route om dit gesprek bij de JGZ aan te gaan.
Abrysvo wordt niet vergoed in de basisverzekering. Toediening van de vaccinatie is op eigen verzoek en valt onder extra aanbod. Er kan ook verwezen worden naar de GGD of commerciële aanbieders van vaccinatie.
Maternale RSV-vaccinatie met Abrysvo geeft de baby tot ongeveer 6 maanden bescherming. Omdat het RS-virus vooral in de herfst en winter voorkomt, is maternale RSV-vaccinatie alleen zinvol bij een uitgerekende datum in de periode van november tot en met maart. Het wordt gegeven tussen week 24 en 36 van de zwangerschap, het liefst na 30 weken. Bij voorkeur zit er 2 weken tussen maternale kinkhoestvaccinatie en maternale RSV-immunisatie.
Wanneer het kind niet prematuur geboren wordt, er minimaal 2 weken tussen vaccinatie en geboorte zit én de moeder niet immuunsuppressief is, is er voldoende antistofoverdracht voor bescherming gedurende de eerste 6 maanden na geboorte. Als dit niet het geval is, bekijkt de JGZ-arts (of kinderarts) of passieve RSV-immunisatie van de zuigeling alsnog gewenst is.
RSV-vaccinatie bij ouderen
De Gezondheidsraad heeft 27 maart 2025 een advies over RSV-vaccinatie bij ouderen en risicogroepen gepubliceerd. Zij constateren dat de 3 beoordeelde RSV-vaccinaties werkzaam, effectief en veilig zijn om ernstige RSV-infecties bij ouderen (≥75 jaar) en risicogroepen (bewoners van instellingen voor langdurige zorg van 60 tot 75 jaar) te voorkomen. Echter is een programmatisch aanbod niet kosteneffectief gezien de hoge vraagprijs van de vaccins (schatting >150.000 eu/QALY). Daarnaast is de beschermingsduur van de vaccins nog niet bekend. De Gezondheidsraad adviseert daarmee om (nog) niet te starten met een programmatisch aanbod.
Individuele patiënten kunnen op eigen verzoek vragen om RSV-vaccinatie. De vaccins worden niet vergoed in de basisverzekering en een dergelijk verzoek valt onder extra aanbod.