Belangrijkste aandachtspunten
- Binnen het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker neemt het aantal uitstrijkjes zonder endocervicale cellen toe. Voor een goed uitstrijkje is het van belang dat deze cellen aanwezig zijn.
- Krijg met de spiegelinformatie van het RIVM meer inzicht in de kwaliteit van uitstrijkjes in jouw praktijk.
- Afgelopen week is de spiegelinformatie verstuurd naar praktijken.
- Gebruik deze informatie om te evalueren en waar nodig bij te sturen.
Endocervicale cellen in uitstrijkjes essentieel
Het aantal uitstrijkjes zonder endocervicale cellen in huisartsenpraktijken neemt toe. Voor een goed uitstrijkje is het van belang dat er plaveiselcellen en endocervicale cellen in aanwezig zijn. Daarom start het RIVM vanaf het najaar met het jaarlijks toesturen van spiegelinformatie over de kwaliteit van de uitstrijkjes. Zo krijgen praktijken direct inzicht in de aanwezigheid van endocervicale cellen in de uitstrijkjes en kunnen ze gericht verbeteringen doorvoeren binnen het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker.
Wat betekent dit voor de praktijk?
De kwaliteit van uitstrijkjes verbeteren kan op verschillende manieren:
- Spiegelinformatie analyseren: gebruik de aangeboden spiegelinformatie om te beoordelen in hoeverre er in jouw praktijk sprake is van uitstrijkjes zonder endocervicale cellen. Evalueer jaarlijks of er na aanpassingen verbeteringen zijn in de kwaliteit.
- Kennis en kunde clusteren: overweeg om één of enkele bekwame en geïnteresseerde medewerkers verantwoordelijk te maken voor het uitvoeren van de uitstrijkjes. Het clusteren van kennis en kunde komt de kwaliteit ten goede.
- Nascholing: zorg dat alle medewerkers die de uitstrijkjes uitvoeren hun kennis op peil houden door middel van verschillende vormen van nascholing die beschikbaar zijn via Bevolkingsonderzoek Nederland.
Meer over onder andere het uitvoeren van een uitstrijkje vind je in onze NHG-Praktijkhandleiding Baarmoederhalskanker.
Monitoring blijft belangrijk
De toename van het aantal uitstrijkjes zonder endocervicale cellen gaf aanleiding voor verder onderzoek naar de mogelijke gevolgen ervan. Een eerste analyse door het Amsterdam UMC liet zien dat deze trend vooralsnog geen invloed heeft op de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. En hoewel de resultaten van dit onderzoek geruststellend zijn, is het belangrijk om de impact te blijven monitoren op de lange termijn.